1285 - einde den toeloop te vermeerderen, wordt voorgesteld om de bestaande indeeling in 5 klassen te vervangen door een in 4 klassen, die over de ceheele loopbaan genomen, eenige verhooging van traktement schijnt te belooven, hoewel het begin voor een Europeesch schrijver van f 30 per maand op f 25 is verminderd. Dit is weer een valsche bezuiniging, daar het de lust tot het in dienst treden zal tegenwerken, en dus later hierop wel weer teruggekomen zal moeten worden. Het belang van de wijziging (onderafd. 127) betreft dan ook meer de militaire schrijvers, wier formatie met 60 sergeanten-schrijvers is uitgebreid, tegen vermindering van de organieke sterkte der korporaals- en soldatenschrijvers met eenzelfde aantal. Dit is een flinke omzetting, maar zij mocht weer niet zonder tegengewicht aanhangig gemaakt worden. Mij is niet recht duidelijk waarom de bepaling, waardoor de soldaten-schrijvers na 6 maanden dienst bevorderd kunnen worden tot korporaal ingetrokken moet worden, ten einde dit op één jaar te brengen; als reden is vermeld, dat bij den troep dienende soldaten ook gewoonlijk eerst na een jaar tot dien graad kunnen worden aangesteld. Vergis ik mij niet, dan bestaat hiervoor bij den troep echter "een aangegeven termijn. Is er een korporaalsplaats open dan wordt zij aangevuld. Waarom kan dit ook niet bij de militaire schrijvers? Waarom daar te bepalen dat, al zijn er plaatsen open en geschikte soldaten daarvoorbeschikbaar, deze soldaten geen korporaal kunnen worden wanneer zij niet minstens één jaar hebben gediend? Noodeloos gereglementeer, dat noodeloos ontevredenheid sticht, en zoo ingaat tegen de bedoeling om het dienstnemeu te bevorderen". In het Algemeen Handelsblad (29 en 30 September) merkt een militair medewerker raar aanleiding van de voorgestelde soldijregeling op, dat nu het verschil tusschen de soldijen aan de Europeanen eenerzijds, en de Amboneezen en de Inlanders aan de andere zijde nog grooter geworden is Voor de Amboineezen bedragen de soldijen 60, 37 en 33 ets., voor de Inlanders 50, 25 en 21 ets. De verschillen worden nu resp. 15, 10, 10 en 25 22, 22 ets. Die medewerker vraagt zich af of het uit een staatkundig oogpunt juist is gezien de bestaande verhouding tusschen de soldijen van Europeanen en °niet-Europeanen nog meer te verbreken dan thans het geval is, vooral waar het geldt de Amboineezen. Wij kunnen hierin geeD gevaar zien. Bovendien, wat het zwaarste is moet het zwaarste wegen; blijkens het verloop der Europeanen waren de soldijen te gering, verbetering was op dien grond alleen reeds urgent. Het geldt hier een questie van vraag en aanbod, die bij de Europeanen wel, bij de andere landaarden niet bestaat. Ten slotte moeten we ook de aandacht vestigen op eene vermindering van een der posten van de begrooting. Werd aanvankelijk ieder jaar f 8000 op de begrooting gebracht voor gratificatiën voor 'degenen, die met succes examen in een of meei in- landxche talen afgelegd hebben voor de daartoe aangewezen commissie, welke som om de onkosten der commissie te bestrijden in de laatste jaren tot f 8200 was verhoogd, thans zien we, dat slechts f 4000 voor bedoelde gratificatiën uitgetrokken zijn (onderafdeeling 158) en zulks, blijkens de toelichting, op grond van de uitkomsten van de laatste jaren. Blijkt de animo om het examen te doen reeds thans niet groot, we

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 625