738
afstand achter een masker, enz. dan moet iemand daarvoor
worden opgesteld om waar te nemen, zonder zelf gezien te
worden, of hij ook iets van den vijand ontdekt of iets wat op
zijne aanwezigheid duidt, b.v. stofwolken, rook, geflikker van
wapens, brand, ballons, vuurpijlen, enz; 's nachts moet bovendien
geluisterd worden naar geratel van wagens, beweging van roei
riemen, enz.
172. Dat aan de bezetting vóór den afmarsch moet worden
meegedeeld naar welke batterij gemarcheerd zal worden, staat
niet meer voorgeschreven. Die mededeeling is dan ook meestal
overbodig, doch werd helaas nooit vergeten; wel vergat de oudste
S. C. geregeld zich met eigen oogen te overtuigen of elk man
zijn patronen, zijn veldflesch gevuld, zijn brood en zijn verband-
pakje bij zich had. Hij maakte soms een aanmerking op slecht
gepoetste knoopen e.d. alsof hierdoor het vaderland in gevaar
gebracht werd.
173. Dit handelt over de verdeeling der bezetting over de
stukken en in verband daarmede moeten wij hier even stilstaan
bij eene wijziging in de geschutexercitie. Voortaan woidenden
St. C. en de manschappen samen van 1 tot 5 genummerd. De
St. C. is tevens richter en het uitgevallen No. heeft als No. 5
de functie gekregen van tempeerder en houdt zich bij de pro
jectielen op. De recruten worden tegenwoordig niet alleen in het
bijzonder in het richten, maar ook in het tempeeren geoefend.
De goede tempeerders nu worden over de stukken verdeeld.
Bij aankomst van de bezetting in de batterij wordt haai o.m.
ook medegedeeld, waar de hulpverbandplaats is; hoe de vei pleging
geregeld is, enz.
174. In deze wordt duidelijk omschreven in welk geval
een B. C. op eigen gezag mag vuren en wel „indien daartoe
„van te voren machtiging is verleend". Vroeger was dat een min
of meer duistere geschiedenis. Veel gelegenheid om eigen initiatief
te toonen wordt hem dus niet gelaten en zeer terecht, want het
vuur moet zoolang mogelijk in handen van den onmiddellijken
chef blijven.
176. „De B. C. geeft aan den B. O. dan wel aan de S. C.,