1294 Behalve een eersten termijn voor een onderzeeboot worden bij de In dische begrooting voor 1910 ook gelden aangevraagd voor de aanschaf fing van 75 verspermijnen, systeem Harlé, nadat de proefnemingen in Indië met een zestal dezer mijnen genomen, gunstige resultaten hebben opgeleverd De M. v. T spreekt niet van mijnenleggers, schepen, die moeten dienen tot het leggen en wegnemen van mijnen op plaatsen, waar dit noodig geacht wordt. De staatscommissie achtte daarvoor noo- dig mijnschepen met een vaart van 20 mijl en bewapend met twee ka nonnen van bijv. 7.5 cM. snelvuur. Uit de Oost-Indische marine- en uit het berichten, in het Marintblad opgenomen, jongste Koloniaal Vers ag is bekend, dat het flottillevaartuig Assahanin 1900 hier ter stede bij de Mij. Fijenoord gebouwd, en eene proeftochtvaart van bijna 14 mijl gemaakt hebbende, reeds in 1908 bij het manne etablissement te Soera- baja is verbouwd tot mijnenlegger Vermoedelijk is ook hier verschil in bestemming, van de mijnenleggers tusschtn de staatscommissie, die spreekt van „op alle plaatsen in den archipel, waar zulks noodig mocht zijn", en de regeering, die blijkbaar aan eene meer beperkte taak denkt, oorzaak van het aanzienlijk verschil in vaart en denkelijk ook van de grootte der noodig geachte mjjnenleggers. Dit onderwerp vereischt mede, met inachtneming van het diensrgeheim omtrent de verspermijnen, eenige toelichting van de zijde der regeering. K-s.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 634