1304 2 (1) In deze alinea zijn bij de verwijzingen naar de 41 en 42 eenige verschillen met vroeger te constateeren. Op die komen wij nog nader terug. 5 (1) Behalve de hierin genoemde bescheiden, treft men nog aan bij de beoordeelingslijst (en) waarom worden die ligger beoor- deelingslijst genoemd van een officier geneeskundige ver klaringen, dan wei nota's ingevolge 5 (2) of 37 noot (1) tevredenheidsbetuigingen, rapporten omtrent detacheeringen bij de Normaal schietschool en de Hembrug, en diploma 's. Waarom die niet er bij opgenoemd, of wel in het kort gesproken over „al de geheime bescheiden" Tevens vestigen wij de aandacht er op, dat de extracten stamboek van korpscommandanten dikwijls bij hen zelf berusten, omdat de betrekkelijke A. O. voorschrijft, dat zij bij de korps commandanten opgelegd worden. Bij invulling van de conduites en verzending van geheime bescheiden moeten zij dan opge vraagd worden. In verband met 3 (1), waaruit bijv. o.i. volgt, dat de ge westelijk militaire commandanten korpscommandanten zijn van de onder hen dienende korpscommandanten, schijnt het ons toe, dat de extracten-stamboek berusten moeten bij de auto riteiten, die ook de beoordeelingslijsten onder hunne berusting, hebben zulks geschiedt ook met de extracten-strafboek. 5 (2) Aangezien van een 2e luitenant geen beoordeeling wordt in gediend en deze dus ook niet ten voor- of nadeele kon worden gewijzigd, kon geen enkele chef, hoe noodig hij het ook vindt, een nota ingevolge deze alinea overleggen bij verplaatsing van een bijzonder geschikt of minder bruikbaar 2e luitenant, hetgeen wij onder 1 (2) een onrecht noemden, dien officier aangedaan. 5 (3) De nota's ingevolge 28 (1) en 5 (2) kunnen in den ver volge op hetzelfde vel papier onder elkaar worden gesteld. Dit is eene vereenvoudiging, die niet veel om het lijf heeft en bo-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 644