1313 men de geheime bescheiden gewoon weg niet aanbiedt aan den- gene, ter wiens beschikking de betrokkene gesteld is. Wordt die ter beschikking stelling ingevolge het bepaalde bij 32 (3) dan bovendien niet op het voorblad ingeschreven, dan kan het gebeuren dat men niets bemerkt van het feit, dat iemand gedurende een gedeelte van het jaar niet beoordeeld is geworden. 32 (2) en (3) In verband met de voorgaande opmerkingen onder 31 (1) zouden wij bepaald willen zien, dat uit de aanteekeningen uit het voorblad nauwkeurig moet blijken, onder wiens commando en ter wiens beschikking beoordeelde gedurende het geheele jaar gesteld is geweest. Bij vertrek naar Europa moet de da tum van vertrek vermeld worden en bij terug- of aankomst in Indië de datum van aankomst met de beschikking omtrent de eerste indeeling. 34 (1) Verwijzende naar hetgeen wij zeiden onder 22 hopen wij dat aan het einde van dit jaar bijzonder gelet zal worden op de behoor lijke nakoming van hetgeen in 34 is voorgeschreven. Waar schijnlijk zal men dan bij een klein percent de bijzondere eigen schappen en hoedanigheden vermeld zien. Behalve, dat men meer dan vroeger in de gelegenheid ge steld wordt om zich te rechtvaardigen op de ongunstige aan teekeningen, zijn thans de Chefs in de gelegenheid gesteld de bijzonder goede officieren meer op den voorgrond te brengen. Waar kolom 3 met een streep wordt ingevuld, zullen de vroeger daarin vermelde karaktereigenschappen slechts bij uit zondering overgebracht moeten worden naar kolom 2, aangezien vroeger in kolom 3 alleen de karaktereigenschappen opgesomd moesten worden, zonder meer. Ook de eigenschappen, voortvloeiende uit de verrichtingen te velde, moeten buitengewoon zijn, willen zij een plaats vinden in de tegenwoordige kolom 2. 34 (3) Uitbreiding is gegeven aan vermeldingen van detacheeringen I. M. T. 1909. o k

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 653