745
omrekening zien we, dat bij eene compagnie reeds opgeleiden
dit laatste bedrag zou zijn 26/40 X f 0,66 f 0,43, geen
klein verschil voorwaar!
Volgens 92 S. V. x) wordt de belangstelling in de oefe
ningen opgewekt en levendig gehouden o.a. door het toekennen
van premiën. Het zal toch wel de bedoeling zijn, om deze
premiën even goed toe te kennen aan de recruten als aan de
opgeleide militairen. Mijns inziens is het zelfs rationeeler om
ze in de eerste plaats uit te loven aan de recruten, daar,
wanneer bij dezen door den prikkel der premiën betere schiet-
uitkomsten worden verkregen, dit de geheele verdere oplei
ding zal ten goede komen. Heeft echter door het niet of
nagenoeg niet toekennen van premiën deze prikkel gedurende
den eersten oefeningstijd niet bestaan, waardoor de kans bestaat,
dat de bedrevenheid in het schieten niet zoo hoog is opgevoerd
als mogelijk was, dan stel ik mij voor dat de hoogere premiën,
uit te keeren bij een veldbataljon, niet meer kunnen goed
maken wat reeds verloren is gegaan. De prikkel der premiën
schijnt noodig geacht te worden, anders zouden daarvoor geen
gelden beschikbaar gesteld worden.
Thans wordt voor de 26 oefeningen te goed gedaan
6 X 0,025 0,15 per man; dit bedrag is natuurlijk veel
te gering om een ook maar eenigzins voldoende premie uit te
loven. Wanneer de recruten gemiddeld slechts voor 5 oefe
ningen eene premie verdienen, dan kunnen zij nog niet meer
dan f 0,03, zegge drie centen, per keer krijgen.
Ik acht het dan ook bepaald noodzakelijk, dat vcor de recruten
minstens hetzelfde bedrag per man en per oefening voor premiën
wordt beschikbaar gesteld als voor de reeds opgeleide mili
tairen, dus voor 26 oefeningen minstens f 0,43. Dit bedrag
kan dan weer verdeeld worden over 6 maanden, zoodat per
maand minstens f 0,07 per recruut moet worden te goed
gedaan.
Wanneer de gemiddelde sterkte aan recruten bij eene compagnie
wordt gesteld op 120, dan zou dus voor de 4 depot-bataljons
aan die verhooging van 0,025 tot f 0,07 eene jaarlijksche uit
gave verbonden zijn van 12 X 16 X 120 X ƒ0,045 f 1036,80.
1) Zie ook de nieuw opgenomen noot bij 9 S. Y.