746
Deze vermeerdering van uitgaven kan worden gedekt door
vermindering van het veel te hoog gestelde bedrag ad 0,10
per hoofd 'sjaars, dat ingevolge punt 30 van tarief 46c tegoed
gedaan wordt voor het aanleggen van registers en staten. Moesten
vroeger bij eene compagnie worden aangehouden een schietre-
gister, een register voor het schatten van afstanden en de noodige
aan teekenboekjes voor het schietterrein, thans zijn slechts noodig
de staat, bedoeld in 111 S. V. en eenige aanteekenboekjes
voor de sectie-commandanten. Wanneer hiervoor f 1,50 per
compagnie en per jaar [ook voor de compagnieën van het
depot-bataljon] beschikbaar gesteld wordt, is dit zeker meer dan
voldoende, dus instede van f 0,10 slechts f 0.01 per man.
Houden we in deze alleen rekening met de compagnieën der
20 veldbataljons en stellen we de gemiddelde jaarlijksche sterkte
dier compagnieën op 140 man, dan wordt voor het aanleggen
van de staten en aanteekenboekjes te goed gedaan aan die
compagnieën 20 X 4 X 140 X f°-10 f 1120,— terwijl daarvoor
slechts noodig is 20 X 4 f 1,50 f 120,—waardoor dus reeds
1000,zou kunnen worden bezuinigd, welk bedrag al nage
noeg voldoende is om de uitgave voor de premie-verhooging bij
de depot-bataljons te dekken. Wanneer nu nog de mogelijke
bezuiniging bij de garnizoens-bataljons en -compagniën in rekening
wordt gebracht, dan is het bijna zeker mogelijk om het bedrag,
toegestaan voor premiën bij de depót-bataljons nog meer te
verhoogen, en dit kan slechts de opleiding ten goede komen.
Waar met de premie-verhooging zooals door mij boven aan
gegeven, geen begrooting-verandering, laat staan-verhooging ge
paard behoeft te gaan, komt het mij voor, dat daartegen geen
overwegende bezwaren kunnen bestaan.
Wel werden door mij bij het aangeven der sterkte van de
compagniën der depöt- en veld-bataljons slechts geschatte ge
middelden aangenomen, omdat mij geen voldoende gegevens ter
zake ter beschikking stonden, en zullen deze gemiddelden met
de werkelijke verschillen, doch ik geloof, dat dit de zaak niet
veel zal schaden, daar ik vermeen de gemiddelden in 't algemeen
niet te hoog te hebben genomen.
Ten slotte zij er nog de aandacht op gevestigd, dat in het
vorenstaande slechts rekening is gehouden met de school-,