Uerrassing nan flna' Galoeng op 29 3uni 1896,
(Met een haart-.) ft /r.
Bij zijn vertrek naar Java, liet de legercommandant, tevens
Regeeringscommissaris, eene geheime instructie achter, waarvan
alleen bekend werd, dat de actie met kracht moest worden
voortgezet.
Of er ook een vast plan voor de verdere onderwerping van
Atjeh was gemaakt, is ons niet hekend.
Reeds voor den volgenden dag, werd een troepenmacht aan
gewezen om de kampongs Bahat en Sibreh te tuchtigen.
Onder leiding van den kolonel Stemfoort rukten drie colonnes
uit samengesteld als volgt:
Staf van den bevelhebber:
Chef van den StafLuit. kol. van Vliet.
Adjunct: Kapt. J. C. Smits.
Adjudanten: Luit. adj. Kroesen en Hoekstein.
Ie colonne:
Commandant: Luit. kol. J. B. van Heutsz.
Chef van den Staf: Kapitein G. C. E. van Daalen.
Adjudant: le luit. adj. F. Kilian.
Zes ordonnansen.
Korps maréchausséecomdt.: kapt. Jhr. G. J. W. C. H. Graafland.
Sterkte: 3 off. en 221 ond. off. en minderen.
3e Bat. Inf. comdt.: Luit. kol. G. A. Hansen.
Sterkte: 16 off. en 372 ond. off. en minderen.
6e Bat. Inf. comdt.: Maj. D. A. Okhuizen.
Sterkte: 13 off. en 337 ond. off. en minderen.
Genietroepen.
Een detachement: Comdt.: le luit. A. S. Ruzette.
Sterkte: 34 ond. off. en minderen.
1) Sluit aan bij. Ind. Mil. Tijdsch. 1906 bl. 702.
I. M. T. 1909
57