Eenige beschouwingen oner de Strategie der Duiiscbers in hun oorlog iegen de Berero's, door B. Kerremans, Kap. der artillerie. ■(Slot van bladz. 815.) Den 18en Juni gaf von Trotha de volgende bevelen: le. De colonne Estorff moest van Okosondusu (waar zij de 6e compagnie en de 2e batterij moest achterlaten) met de le, 2e en 4e compagnie, de 3e batterij, de machine-geweerafdeeling én de afdeeling Bastaards naar Osondema oprukken om een uit wijken der Herero's naar 't N. O., in 't bijzonder langs de Omu- ramba, te beletten. Met de afdeeling Yolkmann bij Otawi moest verbinding gezocht worden. 2e. Eene nieuw te formeeren colonne (uit deelen van de colonne Estorff en de hoofdcolonne), bestaande uit de 5e, 6e en 7e Cie en de 2e en 4e batterij onder majoor von der Heijde moest bij Okosondusu stelling nemen, als steun en c. q. voor opname der colonne van Estorff dienen en de transporten voor die colonne beveiligen. 3e. De hoofdcolonne (9e, 10e en 11e Cie, 5e en 6e batterij, 1 ma- chine-geweerafdeeüng en 1 afdeeling Witboois) moest de wegen van Waterberg naar 't Z. afsluiten en over Otjiré in de rich ting van de Omuramba oprukken, tot verband met de colonne von der Heijde verkregen was. 4e. De nog verwacht wordende versterkingen zouden over Karibib-Omaruru-Outjo oprukken om den vijand in het N. en W. in te sluiten. 5e. De afdeelingen Franke en Winkler behielden hun op drachten: zuiveren van het district Omaruru en afsluiten der O. grens bij Gobabis. Door deze maatregelen werd de hoofdmacht van den vijand bij Waterberg geheel ingesloten, terwijl door de opdracht aan de verschillende colonnes, niet tot groote offensieve operaties

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 240