5ef nieuiDe Schietooorschriff en de uoordracht
uan den kap. h,
De inleiding van het nieuwe S. V. S. en de voordracht van
den kap. L. omtrent dit voorschrift, geven zekerheid, dat het
de bedoeling is, de opleiding van den man zoodanig te regelen,
dat hij de moeilijkheden, waarmee hij als schutter op het ge-
vechtsveld te kampen heeft, reeds in vredestijd heeft leeren
overwinnen, terwijl de radeelige invloeden eener zenuwachtige
opwinding, die zich in het gevecht van den man meester maakt
en diens schietvaardigheid zal verminderen, zooveel mogelijk
geneutraliseerd moeten worden door een vluggen, machinalen
aanslag.
Het S. V. S. eischt van den oorlogsschutter een snellen aan
slag, zoo vlug mogelijk gevolgd door een gericht schot, terwijl
hij zich zelf gedurende het schieten slechts zeer korten tijd mag
blootstellen aan 's vijands vuur.
Voorloopig buiten beschouwing latende of de grondslagen,
waarop het S. V. S. berust onaanvechtbaar zijn, rijst daarnaast
de vraag of de voorschriftmatige schietopleiding aan het gestel
de doel beantwoordt en of het voorschrift zelf zich wel houdt
aan de beginselen in de inleiding neergelegd. Beide vragen
meen ik ontkennend te moeten beantwoorden.
Toets ik verder het S. V. S. aan de voordracht van den kap.
L. dan geloof ik, dat het voorschrift niet geeft, wat het had
willen en moeten geven en dat het op sommige punten in strijd
is met die voordracht.
Heb ik het eerste gedeelte der Inleiding van het S. V. S.
juist begrepen, dan is dit voorschrift een onzer voornaamste
niet gebouwd op eene onomstootelijke waarheid, maar op
eene hypothese. Dit acht ik al een fout. Yolgens die zelfde
inleiding oefent de recruut zich aanvankelijk op schijven, die
het aanwijzen van treffers, ook buiten de figuren, daarop zullen