971
Bei nieuire Russische Pionieruoorschrift,
6. Wegbanen voor de 3tormcolonne.
Ad 1. Zoo mogelijk op een der vleugels. De richting duidelijk aan
geven om versnippering van vuur te voorkomen. De aanvallende artillerie
is in het voordeel bij de verdedigende artillerie, omdar ze het vuur mak
kelijker kan concentreeren, wat tegen het aanvalspunt geschieden moet
en wel in de allereerste plaats. Eerst daarna volgt de bestrijding der
vijaudelijke artillerie, waarbij men zich te hoeden heeft voor het beschieten
van de over de geheele stelling verdeelde artillerie, daar dit weinig uit
werking zal hebben.
Ad 2. Gedurende den artilleriestrijd tracht de infanterie den vijand
zoo dicht mogelijk te naderen (beneden 1000 M gewoonlijk niet mogelijk)
en een stelling in te -nemen die dient als Oasis voor den aanval en die
degelijk versterkt moet worden, wat veelal's nachts zal moeten geschieden.
Voorts moeten gedekte verbindingswegen naar de troepen in den rug
aangelegd worden. De inrichting dezer stelling moet met de uiterste
zorgvuldigheid geschieden daar van hieruit een mislukte aanval moet
worden opgenomen of een vijandelijke vervolging tot staan gebracht.
Ad 3. Ofschoon van te voren reeds bekend met den toestand van de
stelling, is toch een grondige detailverkenning voor het oprukken noodig.
Ad 4. De concentrische beschieting van een doorbrekingspunt door
de artillerie moet op zijn laatst beginnen wanneer de eerste stelling
ingenomen is. De gevechtskracht der steunpunten moet zoodanig gedaald
zijn dat de genietroepen de hindernissen kunnen opruimen. Granaatvuur
dient hiervoor gebezigd te worden, waarmede rekening te houden voor
de uitrusting met granaten.
Ad 5. Het oprukken uit de afwachtingsstelling mag niet, evenals bij
het ontmoetingsgevecht, vlug door sprongen geschieden, maar door het
innemen van vluchtig versterkte stellingen. De laatste zoodanige linie,
stormstelling geheeten, zal op ongeveer 100 M. van het steunpunt komen
en moet beter versterkt zijn dan de vorige stellingen.
Het aantal tusschenstellingen kan niet aangegeven worden, doch zal
gewoonlijk 2 of 3 zijn. Het voorwaarts gaan en de technische arbeid
zullen in den regel 's nachts moeten geschieden, terwijl de dag gebruikt
wordt voor het vuurgevecht. De stellingen moeten gedekte gemeen
schap hebben. De infanterie moet goed om kunnen gaan met gereed
schappen voor grondarbeid.
Ad 6. Yoor den eigenlijken aanval de hindernissen opruimen, waartos
door het zoo hoog mogelijk opgevoerde vuur van infanterie en artillerie
de vijand van de borstwering moet verdreven worden. Dan gaan onmid
dellijk de stormcolonnes vooruit, gewoonlijk tegen het aanbreken van
den dag.
Strelfl. M. Z. 1909.
Eenige korte aanteekeningen.
In de inleiding van het voorschrift wordt er nadruk op gelegd, dat
het opwerpen van dekkingen bij den aanval het vasthouden van een
vast uitgangspunt vergemakkelijkt en de mogelijkheid biedt, het bezit van
eene bereids veroverde terreinstrook te verzekeren, terwijl zij bij de v er-