1082
construeerde breede korrel heeft eene bovenbreedte van 2,5 mm., vult
daardoor bijna de vizierkeep, maar niet geheel, laat dus ook nog voldoend
nauwkeurig richten op kleine smalle doelen toe. De uitvinder heeft haar
daarom .Universeelkorrel" genoemd. Deze korrel heeft nog het voordeel,
dat zij niet aan storende invloeden van zijwaartsche belichting onderhevig
is en tegen beschadigingen veel minder gevoelig is dan de spitse
korrel. Met deze „Universeelkorrel" zijn in het Oostenrijksehe leger
uitgebreide proeven genomen, die intusschen de gekoesterde verwachtingen
niet geheel schijnen te hebben vervuld.
De meerderheid van de uitkomsten der proeven, ook in groepenvuur,
viel ten nadeele van de universeelkorrel uit. Werd de proef echter
genomen door afgerichte manschappen of door reservisten Van de
laatsten kan men niet gelijkwaardige schietuitkomsten verwachten als
van de eersten. De geweren van 20 compagnieën m 10 verschillende
troepenafdeelingen werden van de nieuwe korrel voorzien en meer
dan een jaar lang voor de africhting gebruikt. Om eene juiste verge-
lijking te krijgen, werd in verschillende compagnieën afwisselend met
de nieuwe en met de oude korrel geschoten.
Men hield o. a. ook richtoefeningen op den richtbok en van de drie
hoekjes, o-evormd door het driemaal achtereenvolgend aangeven van het
punt, waarop het geweer gericht was, werd een gemiddelde genomen.
Deze waren voor de verschillende vizierkorrels als in fig. 1 en fag. 2 is
aangegeven.
Fic. 1. geldt voor de normale, fig 2 voor de universeel-korrel. Men
ziet hieruit, dat de oppervlakte van den foutdriehoek bij de universeel
korrel kleiner is, hierbij echter in de breedte een grootere fout gemaakt
wordt. Het is echter de vraag of de oppervlakten van de verkregen
foutdriehoekjes in 't algemeen eenen betrouwbaren maatstaf aanbieden voor
de te bereiken richtnauwkeurigheid.
/Tn.m,
lOTn.Tn,
kV
4—/Ohiht^ 9
Oppervl. a0 mm2 Oppervl. do m m -
Er werd geen noemenswaardig verschil in vuursnelheid waargenomen
bij beide soorten van korrels. Zoo was het niet mogelijk om bij het
oefeningsschieten, met den chronometer in de hand, et n gemiddeld korteren
tijd tusscben het in aanslag nemen en afvuren bij gebruik van de
universeelkorrel op te merken, wanneer de schutter niet wist, dat hij
gecontroleerd werd-
Het oord'el der schutters zelf luidde verschillend; terwijl sommigen voor
eene universeelkorrel ijverden, gaven anderen de voorkeur aan de spitse
korrel; voor het prijsschieten kozen de meesten de laatste, wat geen ver-