- 1164 hoorn wand in zijne gewichtige taak om een lichaamslast te dragen te- geD beleedigingen beschermd. „Het is wenschelijk dat bjj een beslagen hoef de ondervlakte van den hoornstraal gelijk ligt met de ondervlakte van het ondergelegd ijzer." („Het Hoefbeslag" door J. B. H. Moubis blz. 80], Dat nu hoefsmeden er ook wel eens „naast" kunnen zijn moge blijken uit het volgende geval. Op zekeren dag had de hoefsmid bij een der paarden van den straal te veel afgenomen, waardoor deze dus te veel verzwakt werd [wat hoef smeden vaak doen in plaats slechts doode stukken hoorn en vuil te ver wijderen, z. n. den straal in te korten, d.w.z. de punt lager snijden, als deze hooger komt dan de draagvlakte en de inwendig gelegen deelen dus zou drukken of kneuzen.] Gevolg hiervan wa3 dat de straal te diep kwam te liggen. Om nu hieraan weder te gemoet te komen, werd van den hoornwand tot ver boven de verbinding met de zool afgesneden en natuurlijk daarbij de iaatste zoodanig bewerkt, dat èn deze èn de verbinding van zool en wand zeer verzwakt waren, terwijl bovendien ook geen sprake meer was van een meedragen do >r de zool van de zwaarte van het lichaam. De volgende figuur zal een en ander verduidelijken. Ook worden wel eens hoornwand en zool te veel bekapt, waardoor de straal, normaal gebleven, dan onder de ondervlakte van het ijzer uitsteekt, zoodat de hoef feitelijk op de straal rust, wat natuurlijk evenzeer des guten zu viel is Bovendien gaat dit in den regel gepaard met een naar achter gebroken voetas, daar dan de toon te lang wordt gelaten. „Ja, luitn't, ik heb per ongeluk de kling wat te diep ingeslagen, en most toen de boel bijwerken om den draagrand vlak te krijgen", was eens het antwoord dat ik bij de aanmerking op zoo'n beslag kreeg. Zou je zoo'n hoefsmid niethè? Enfin, misschien is het niet overbodig door met het bovenstaande de opmerking van den heer Kraft te beantwoorden, eens de aandacht op een en ander te vestigen. De figuur stelt voor de dwars door snede van eenen normalen hoef, de stippellijn geeftaan tot hoever zool en wand werden bij gewerkt. Dit kuns tje wordt meer ver toond Willem I, 26—9 '09. F L. H. Dessauvagie. ie Luit. Art. 3e Veld-batterij.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 502