1165 In het Ind. Mil. Tijdschrift van September 1909 Afl. 9 biz. 967 komt eene vertaling voor van Majoor Toepfer handelende over telegraphic en tolephonie in den oorlog waarvan het meest belangwekkende gedeelte zeker wel 't laatste is, omdat het handelt over optische telegraphie, „be proefd" in Z W. Afrika en China en welke toestellen, afgaande op de beschrijving, ook in ons Ind Leger reeds bijna twintig jaar in gebruik zijn. In de zeer korte beschrijving van de algemeene inrichting van den toestel is echter een fout geslopen die hersteld dient te worden, omdat de aandachtige lezer, en gelukkig wordt aan deze soort van telegraphie tegenwoordig wat meer algemeene aandacht geschonken, er eene ver keerde voorstelling van krijgt. Het is n 1. de zinsnede „Het seintoestel „bevat bovendien een verrekijker voor da richting, waarvan de as even wijdig is aan die van de signaallamp en van de heliograaf". Dat de as van den verrekijker evenwijdig is met die van den signaallamp is juist en dient om den stralenbundel op het ontvangende station te kunnen richten, maar dat die as evenwijdig loopt met de heliograaf is onjuist. De heliograaf is een toestelletje hetwelk boven op den seintoestel wordt genlaatst en dient om met zonlicht te kunnen seinen. Het bestaat uit spiegels die het zonnebeeld opvangen en door weer kaatsing in den toestel brengen. Met eene gewone combinatie van spiegels zooals men jaren her gebruikte en, naar ik vermeen, ook nog niet lang geleden te Oeleë Lheue. heeft men telkens last dat het zonnebeeld uit den spiegel gaat, waardoor heele woorden, ja zelfs zinnen, niet kunnen worden opgenomen en dus al zeer weinig betrouwbaar zijn, te meer daar de seingever in het volle vertrouwen verkeert het bericht goed te hebben overgeseind. Sedert echter heeft men tal van verbeteringen aangebracht o m. dat thans de opvangspiegel, d.i. de spiegel die het eerst het zonnebeeld opneemt, op een uurwerk is geplaatst, zoodat het in één etmaal één volle omwen teling maakt en daardoor de zon kan volgen. 't Alleen draaibaar maken van den opvangspiegel is echter niet vol doende, daartoe dient mede een tweede spiegel die in dezelfde as is gelegen als de opvangspiegel en middels een stang aan den trommel van het uurwerk is bevestigd. De geheele heliograaf wordt op den toestel in de richting van Zuid naar Noord geplaatst, hetgeen met zorg moet geschieden, omdat anders meermalen het zonnebeeld uit den spiegel gaat en de berichten daardoor onbetrouwbaar zouden worden, terwijl men een groote voldoening van eene juiste opstelling heeft. Deze richting Zuid-Noord is noodig om de heliograaf evenwijdig met de as der aarde te kunnen stellen en komt het toestelletje dus niet evenwijdig met de as van den verrekijker, waarmede het in geen enkel verband staat. Bevond de toestel zich nu op deu evenaar, dan was de richting Zuid- Noord alleen voldoende, doch op eenige andere plaats opgesteld dient het onder een gelijke hoek te worden gesteld als door de breedtegraad van de plaats aardrijkskundig is bepaald. B. v. Semarang liggende op bijna 7 graden Zuiderbreedte zou de heliograaf 7° met een horizontale lijn moeten maken rpj en daar Semarang nu op het Zuideljjke halfrond is gelegen moet die hoek benedenwaarts gericht zijn. I. H. T. 1909. 75

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 503