Iets ouer het geüecht te Doet der Caualerie, Het gevecht te voet wordt in ons Exercitie Reglement zoo wel in de Pel. S. als in de Esc. S. vrij uitvoerig behandeld, doch lijkt het mij, dat vooral ten opzichte van het werktuigelijk ge deelte leemten voorkomen, waardoor een goede beoefening wel eenigszins geschaad wordt. Onwillekeurig zouden wij om ge noemde leemten aan te vullen een blik willen slaan naar het Exercitie Reglement der Infanterie. Toch geloof ik, dat ook dit de weg niet is, daar op ons programma zooveel staat betreffende de opleiding van den Cavalerist, dat we slechts weinig tijd kun nen geven aan het vuurgevecht. Wij stellen dus als eisch In enkele uren moet het den ruiter bijgebracht kunnen worden, wat noodzakelijk in zich sluit, dat het werktuigelijke deel tot op een minimum gereduceerd worde. Ik had het genoegen in Holland een eskadron op te leiden in het Gev. te V. en gelukte het mij volgens een zeer eenvou dige methode, die ik hieronder zal laten volgen, aan een peloton in een half uur het werktuigelijke gedeelte daarvan bij te brengen. Verder werd steeds eén dag per week in het winter- tijdperk voor het Gev. te V. uitgetrokken. In den beginne pelotonsgewijze oefenend, óm individueel gebruik te leeren maken van het terrein en het zich daaraan passen der gevechts- vormen, werden later opdrachten uitgevoerd voor een eskadron met tegenpartij. Om te beginnen is het wenschelijk, dat het kader zelf een vol doende handigheid in deze oefeningen heeft, want van hen toch hangt ook hier weer zeer veel af, aangezien zij het begin van fouten in hunne groepen met een enkele opmerking, een wenk, kunnen herstellen. Een P. Ct. heeft op zooveel te letten, dat de fout door hen, vooral in bedekt terrein, vaak eerst wordt be merkt, als zij reeds aanzienlijk is en stoornissen kunnen ver wekken in het goed geoliede mechanisme van ons peloton.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 568