Leidraad Velddienst,
1259
autoriteit moeten indienenhetzelfde geldt voor de opruimingsfactuurtjes;
zoo iets moge zijn voorgekomen onder een al te zuinigen magazijnsbe
heerder, doch direct na bekomen klachten werden afdoende maatregelen
getroffen, zoodat herhaling van een dergelijk misbruik zeker niet meer
zal voorkomen.
Ongetwijfeld krijgen de militaire Apothekers nog wel eens medicijnen
die vijf of meer jaren oud zijn; er zijn n. 1. vele minerale zouten die
tallooze jaren zonder bederf kunnen worden opbewaard; artikelen, die
aan bederf onderhevig zijn of waar door langdurige opbewaring om een
term van Tinus te gebruiken, „de fut" uit zou zijn, worden tijdig af
gekeurd en elk beheerder van welke kleine apotheek ook, is daar ten
volle gerechtigd toe.
De Apotheker of Officier van Gezondheid, die dus op een klacht over
onwerkzaamheid van geneesmiddelen zou antwoorden in termen als
„opruimingsfaetuurtjes" zou niet een slachtoffer zijn van minder gunstige
bepalingen, doch iemand, die zelf zijn plicht niet doet, want een een
voudige klacht zou tot afkeuring der genoemde medicijnen en directe
vervanging (zoo noodig door plaatselijken aankoop) leiden.
Uit een en ander blijkt, dat het oordeel van Tinus niet gegrond was
op degelijk weten, doch vermoedelijk meer op losse praatjes berustte
lied.
Het optreden tegen den I. V.
In 't volgende is aangenomen, dat, zooals regel is, met één groep wordt
uitgerukt.
157. In deze paragraaf staat aangegeven het maximum der sterkte
van de met de beveiliging belaste troepenmacht. Zou nu niet tevens
het minimum daarvan bv 1/6 aangegeven kunnen worden?
Dikwijls toch wordt uit een misplaatst „kasian"-gevoel met de ver
moeide troep ook bij nacht de beveiliging opgedragen aan één man. Bij
dag een bivak betrekkende is zulks in den regel voldoende, daar dan
toch een ieder wakker is en dus dadelijk bij de hand Op één mijner
patrouilles door nog nooit van te voren door ons bezocht gebied en in
eene kampong den nacht overblijvende, was de groepscommandant, die
voor de eerste maal met mij uitrukte, van plan ook slechts één post uit
te zetten.
Op mijne vraag waarom hij geen wacht plaatste van twee of drie man
(de groep was 18 man sterk) en door deze één post deed uitzetten aan
den tegengestelden kant van die, waar de wacht zat, zoodat dan toch
feitelijk twee posten stonden, althans bij mogelijke gebeurtenissen dadelijk
twee a drie man bij de hand zouden zijn, antwoordde hij „er gebeurt
toch niets en mocht er wat gebeuren, dan moet een ieder maar voor zich
zelf zorgen".
159 schrijft voor „bij het halt houden wordt immer naar beide
zijden front gemaakt" Ik veronderstel, dat de groep hierbij gesloten
blijft, ook gedurende de rusten. Dit hangt m. i. at van den aard van
den vijand. In Sawieto (Celebes) bv. hadden wij geen last van aanvallen
met het blanke wapen maar des te meer van beschietingen en werden
in den regel daarvoor benut de oogenblikken van af onmiddellijk na eene