1263
Koloniale Wercing en Koloniale Reserve.
Wanneer werkelijk het geweer zonder knal zal worden ingevoerd, dan
zal hierdoor de waarde van het bestuurbare luchtschip aanmerkelijk
stijgen. Want men zal dan nog slechts in staat zijn, om uit de hoogte
van uit torens of luchtschepen de stelling en opmarsch van den vijand
te verkennen, daar, zooals vroeger de kruitdamp en het knetteren der
geweren geen vermoedens omtrent stelling, bewegingen en sterkte van de
troepen meer mogelijk maken.
Bij kon. besluit is, met intrekking voor zooveel noodig van de thans
ten aanzien van de koloniale werving hier te lande en voor de Koloniale
Reserve geldende voorschriften bepaald, dat de koloniale werving, be
houdens de medewerking van het Departement van Oorlog meer bepaal
delijk voor zooveel betreft den overgang en de detacheering van mindere
militairen (vrijwilligers, militie- en landweerplichtigen) van het leger
hier te lande, zal worden bestuurd door het Departement van Koloniën.
Tevens is vastgesteld een regeling betreffende de Koloniale Reserve.
Aan de regeling betreffende de Koloniale Reserve wordt het volgende
ontleend
De taak van het korps omvat
a. de koloniale militaire werving hier te lande in haar geheelen
omvang;
b. de verpleging en de oefening van de wegens ziekte of langdurig
verblijf tijdelijk uit de koloniën teruggekeerde onderofficieren en min
dere militairen
c. de eerste opleiding van voor den kolonialen militairen dienst voor
het wapen der infanterie nieuw aangenomenen, die vóór het aangaan
hunner verbintenis den wensch te kennen hebben gegeven om die op
leiding bij het korps te ontvangen, of die voor dadelijke uitzending
pbysiek nog niet geschikt zijn bevonden.
Het korps bestaat uit den staf, vier compagnieën, het personeel der
militaire administratie en dat van den geneeskundigen dienst, benevens
burgerschrijvers en -werkers
Het korps is te beschouwen als een hier te lande gedetacheerd onder
deel van het leger in Nederlandsrh-Indië en staat rechtstreeks onder
de bevelen van den minister van Koloniën, behoudens de gevallen van
oorlog of oorlogsgevaar, waarin het in zijn geheel, en andere buitenge
wone omstandigheden, waarin het alleen voor zoover de gewapenden
betreft, ter beschikking kan worden gesteld van den minister van Oorlog.
Het bij het korps in te deelen militair personeel beneden den rang
van onderluitenant is vast of vlottend al naarmate het uitsluitend is
aangewezen voor den dienst bij het korps in Nederland of óók voor
dien in de Koloniën.
Het vlottend personeel kan tot alle wapens en diensten behooren.
De officieren en het vaste personeel bij den staf en de compagnieën
behooren uitsluitend tot het wapen der infanterie.
Bij het korps kunnen worden ingedeeld de navolgende personen:
I. Officieren en onderluitenantsA. van het leger in Nederlandsch-
Indië, met verlof in Europa aanwezig; B. bij uitzondering van het leger