1269 Hoofdstuk I. Uitgaven in Nederland. Onderaf deeling 62. 1Bij de samenstelling van de begrooting van deze onderafdeeling is er op gerekend, dat in 1910 de Koloniale Reserve zal zijn samengesteld uit den staf en vier compagnieën, benevens het noodige personeel van de militaire administratie en van den geneeskundigen dienst en eenige burgerschrijvers en werkers. De tegenwoordige formatie zal dus worden ingekrompen met twee compagnieën, nl. één te Nijmegen en één te Zutphen Hierdoor zal op de uitgaven voor het korps reeds eene besparing verkregen worden van f 52 800. Wel wordt dus deopbladz. 31 van de Memorie van Toelichting betreffende de loopende begrooting in uitzicht gestelde bezuiniging van f 67 000 nog niet geheel bereikt, doch dit is een gevolg van de omstandigheid, dat alle onderdeelen van het korps nog niet in één garnizoen kunnen worden ondergebracht. Dit zal eerst kunnen gesch eden zoodra de te Nijmegen in aanbouw zijnde kazerne met hospitaal in gebruik wordt genomen voorts moet er door de inkrimping van het korps met twee compagnieën eenig personeel over compleet worden gevoerd, dat slechts geleidelijk kan worden ingesmolten. Tegenover die bezuiniging staat eene verhooging van de werf'kosten mot f 89 842, hoofdzakelijk veroorzaakt door den beteren gang van de werving, waardoor er op gerekend wordt dat het volgende jaar ongeveer 400 man meer zullen worden aangenomen dan in 1909. Voor een klein gedeelte is die verhooging mede een gevolg van de indienststelling van een negental agenten voor den kolonialen militairen dienst, die in het belang van 'de werving werkzaam zullen zijn. In het geheel wordt voor deze agenten een bedrag van f 8592 aangevraagd. Onderafdeeling 66. Het wordt wenschelijk geacht om de Nederlandsche vereeniging voor luchtvaart, welker werkkring zich ook over Nederlandsch Indië uitstrekt, in haar streven, om de luchtvaart in den ruimsten zin en in al hare vertakkingen en toepassingen te bevorderen, ook door eene bijdrage uit de Indische geldmiddelen te steunen. Voorloopig wordteen bijdrage van f 1000 per jaar, zijnde de helft van hetgeen die vereeniging ten laste van de Staatsbegrooting ontvangt, voldoende geacht. Hoofdstuk II. Uitgaven in Indië. Ten einde meer gelijkheid te brengen in de vooruitzichten van de con ducteurs der artillerie, der genie en der militaire administratie, en die vooruitzichten tevens te verbeteren, zijn door het Indisch bestuur voor stellen aanhangig gemaakt tot herziening van de positie dezer militairen. Deze voorstellen omvatten: 1°. De invoering van den graad van sergeant conducteur bij do mili taire administratie, welke bij de artillerie en de genie reeds bestaat. 2°. het maken van een billijker regeling van de verhouding der ver schillende klassen van conducteurs, en 3°. het toekennen van overwerkgelden voor arbeid verricht buiten den normalen werktijd. De geldelijke gevolgen van deze voorstellen waaraan voor de artillerie eene vermeerdering van uitgaven, doch voor de genie en de militaire J) In onderafdeeling 62a werden gelden voor de Koloniale Reservo aangevraagd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 609