- 116 -
bare kanon een grooter projectielsnelheid (V0) te verkrijgen in
de veronderstelling dat hiermede het vraagstuk (hooger ballistisch
vermogen) opgelost is. Immers bij overigens gelijke omstan
digheden (stuksgewicht enz.) wordt zoodoende de stabiliteit van
het stuk ondermijnd.
Actie reactie, dus met hoe grooter snelheid het projectiel
vooruit gaat, met te meer snelheid wil ook de vuurmond achteruit
en het stuk krijgt neiging tot bokken.
Wil men hieraan tegemoet komen door meer geleidelijke rem
ming (grooter doorlaatopeningen voor de glycerine in den zuiger
van de reminrichting b. v.), waarbij men dus tevens de terug
looplengte moet vergrooten teneinde het arbeidsvermogen (terug
loopenergie) over een grooteren weg uit te putten, dan vervalt
men in de tweede fout
II, nl. te vergeten, dat de geheele rem- en voorbrengcon-
structie daardoor evenredig meer zal gaan wegen (c. q. ook langer
zal worden dan de maximumlengte van een draaglast), ergo
dat men boven het vastgestelde stuksgewicht (6 draaglasten) komt-
Bovendien eischt zoo'n grootere teruglooplengte een grootere
kniehoogte, opdat bij groote elevaties, zooals die bij het berg-
geschut toepassing vinden, de kulas niet tegen den grond zal
stooten. Men moet dan zijn toevlucht nemen tot kunstmatige
middelen als de dubbel gebogen as van Schneider of de veran
derlijke terugloop van Ehrhardt, die beide weer gewichtsver
zwaring meebrengen. Ze beide gelijktijdig toepassen zou gelijk
staan met dubbele verzwaring, en is dus practisch geheel
buitengesloten.
Als de Kap. G. niet vervallen is in een van deze beide fouten,
dan is vermoedelijk tekort gedaan aan den eisch van stabiliteit-
Het is in dit verband wel aangewezen, om op dit punt nog
even nader in te gaan.
Wanneer is een stuk stabiel
Het eenig goede antwoord hierop is: „Wanneer de gebruiker
het stabiel vindt".
Door de hoogst primitieve voorstellingen in onderstaande
schetsjes ziet men in, dat de bij het schot naar achteren gerichte
kracht P, die den vuurmond doet terugloopen, te ontbinden is