Bareeleeren, laquineeren, chicaneeren, Vervolg van blz. 22. III. Toepassing op de verdediging van Java. Bij de toepassing van het hierboven besprokene op een bepaald geval, bijv. op de verdediging van Java, zal men in de eerste plaats moeten vaststellen, wat men met den verdedigingsoorlog bereiken wil, nl. tijdwinst, in de hoop, dat bondgenooten te hulp zullen komen, of eene beslissing, door eigen kracht verkre gen, die den aanvaller dwingt van zijne plannen af te zien. Onder I is reeds uiteengezet, dat zelfs tot het verkrijgen van tijdwinst alléén, de regelmatige oorlogvoering de voorkeur ver dient boven het uitsluitend toepassen van den kleinen oorlog. Bovendien vergete men niet, dat een kleine oorlog zonder hulp en steun van de bevolking al heel weinig zal uithalen en die hulp en steun van de bevolking, in een koloniaal rijk toch al een factor van twijfelachtige waarde, zullen heelemaal niet be staan, misschien zelfs overslaan in tegenwerking, wanneer de bevolking ontwaart, dat de overheerschers openlijk hun onver mogen tegenover den vreemden indringer bekennen. Alleen eene krachtige houding tegenover den vijand kan eenige kans op medewerking van de bevolking geven. Is daarentegen niet tijdwinst, doch eene beslissing het doel van den tegenstand, dan zal de kans op goeden uitslag zeer ver hoogd worden, wanneer men reeds in vredestijd den in 's vijands rug te voeren oorlog voorbereidt, daarbij alle zorg aan het gere gelde leger besteedt. In welke richting de elementen uit de Inlandsche bevolking van Nederlandsch-Indië, die bij het Leger hebben dienstgenomen, moeten worden aangewend, dit vraagstuk werd, naar aanleiding van eene lezing van den Eersten-Luitenant J. A. Gratama in eene vergadering der Vereeniging ter beoefening van de Krijgs- I. M. T. 1910. 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 133