129
van die eigenschappen van den Inlander, welke hem, zoo als
Overste Hering betoogt, zoo geschikt maken voor den kleinen
oorlog.
Wanneer bijzonder geschikte elementen ervoor aangewezen
worden, zal de opleiding minder kostbaar zijn, zullen de kosten
per man minder bedragen dan bij het eigenlijke leger en woiden
geen krachten versnipperd. Yeel is ook niet noodig, als het
gehalte maar zeer goed is. De reeds genoemde voorbeelden uit
de Krijgsgeschiedenis bewijzen dit. Dat verder een groote wissel
getrokken wordt op het overwicht van uit den priaji-stand voort
gekomen Inlandsche reserveofficieren, is reeds uiteengezet.
Zoodoende worden voor den kleinen oorlog op 's vijands ver
bindingen slechts weinige en geheel uit onvervalschte militairen
bestaande afdeelingen aangewezen, welke afdeelingen, desgewild,
ook in onmiddellijk verband met het eigenlijke legei gioote
diensten kunnen bewijzen. Er bestaat dus niet veel kans, dat
de tegenpartij als tegenweer tot dezelfde maatregelen zal overgaan
als de Duitschers in 1870—71 tegenover de francs-tireurs. Mocht
zij 't toch doen, dan zou zij ongetwijfeld hare eigen ruiten in
gooien; het middel zou erger dan de kwaal blijken.
Naar aanleiding van het streven, om de Javanen tot een soort
volksoorlog te brengen, is het woord „immoreel" genoemd U
Hoewel de redeneering, die tot deze qualificatie heeft geleid,
niet van toepassing op mijne denkbeelden kan zijn, moet mij
toch de opmerking uit de pen, dat dat woord mij eenigszins
vreemd heeft aangedaan. Met allen eerbied voor de overwegingen
van den schrijver van het bewuste artikel, zou ik Bismarck s
gezegde, dat eene verstandige regeering alleen „Realpolitik," vrij
van alle sentimentaliteit, mag volgen, daartegenover stellen. Nog
onlangs haalde Maximilian Harden het woord van Frederik den
G-rooten aan: „Wenns nicht anders geht, mussen wir eben
Schelme sein" 2).
Slotwoord.
Uit het bovenstaande moge duidelijk genoeg gebleken zijn, dat
men het paard achter den wagen spant door uitsluitend zijn heil
in den kleinen oorlog te zoeken. Ja, wanneer het eigenlijke leger
1) „Uit de pers" I. M. T. 1909, blz. 1176 e. v.
2) Die Zukunft van 19 Juni 1909.