138 Gouv. Besl. van 21 September 1896 No. 10. Aangezien het de bedoeling wel zal zijn, dat de nota's ingevolge 5 (2), 28 (1) en 37 (4) der Instructie eveneens eigenhandig door de chefs moeten worden ingeschreven, zou het aanbeveling verdienen achter het woord „beoordeelingslijsten" in punt 2e van hoogeraangehaald Gouv. Besluit op te nemen„met bijbehoorende nota's". Instructie. 2 (1) Wat verstaat men hier onder bevoegde autoriteitVoor de richtige technische invulling en afsluiting van beoordeelingslijsten, nota's, extracten stam- en strafboekj worden op de bureaux van afdeelings- en gewestelijk militaire commandanten de offi cieren van den gewestelijken staf aangewezen; rekent men die ook onder de bevoegde autoriteit" Onder 5 (6) schreven wij in de vorige aflevering, dat wij bovendien het in handen geven van beoordeelingslijsten aan waarnemende korpscommandanten verkeerd achten. Ook op de bureaux van chefs van wapens en diensten komen de beoordeelingslijsten met bijlagen in handen van bureau-offi cieren voor deze autoriteiten zou het ondoenlijk zijn zelf allesbe trekking hebbende op beoordeelingen van officieren, af te handelen. In verband met het een en ander zouden wij achter de woor den bevoegde autoriteit" opgenomen willen zien „de door de chefs van wapens en dienstenafdeelings- en gewestelijk militaire commandanten aan te wijzen officieren." 8 fl) Zijn er omtrent een persoon tusschentijdsche beoordeelingen ingediend, dan is de chef alleen bekend met de beoordeelingen bijv. over de laatste vier jaren; is echter die persoon bijv. drie jaar met verlof naar Europa geweest, dan beschikt de chef over de beoordeelingen van de laatste acht of negen jaren. Zou het niet beter zijn te bepalen, dat de autoriteiten in hun archief behooren te beschikken over de beoordeelingen, hopen de over de laatste zes jaren Zie verder hetgeen wij in de vorige aflevering omtrent deze zeiden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 145