Kogelgewicht Afstand van het springpunt 12 10 9 Gr. 50 M. 271 262 257 100 232 219 211 150 202 185 175 200 175 156 145 250 151 131 120 300 131 111 99 Uit deze gegevens is het dus mogelijk voor elk der soort kogeltjes eene kromme lijn te construeeren, met behulp waarvan de snelheid van een kogel op eiken afstand van het spring- punt kan worden bepaald, en omgekeerd, op welken afstand van het springpunt een kogel nog eene bepaalde snelheid heeft. Zoo is dus uit de figuur af te lezen op welken afstand van het springpunt een vulkogel nog in staat is bij een paard of mensch een been te versplinteren, te breken, dan wel een open wond te veroorzaken. Daar de kromme lijnen met de door Rohne berekende gege vens niet verder geconstrueerd konden worden dan tot afstan den van 300 M. moesten de snelheden voor afstanden boven 300 M. worden geschat (berekening is vrij omslachtig), doch ten eerste kunnen deze uit het regelmatig beloop der kromme lijnen vrij nauwkeurig worden geraamd en bovendien is van eene grootere werkingsdiepte dan 300 M. toch slechts bij uitzonde ring partij te trekken. Het veldkanon in Nederlandsch Indië zal een projectielgewicht van 6,5 K.G. en eene V0 van 500 M. hebben. V300o wordt dan 285 M. 1), en daar bij eene moderne G.K., dus ook bij een ander projectiel met bodemkamerlading, zeker op eene snelheids vermeerdering van 60 M. mag worden gerekend, wordt dus de V0 der vulkogels op 3000 M. 345 M., waardoor de werkingsdiepte nog eenige meters grooter wordt dan in de graphische voorstel ling werd aangegeven. Eerst bij vuur op 3700 M. wordt de V0 der kogels 269 60 329 M. 1) Wille. Ehrhardt Gescliiitze blz. 217.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 154