143
Zooals te Verwachten was, neemt de werkingsdiepte af met
het kogelgewicht. Daar evenwel met het lichter worden der
vulkogels hun aantal naar evenredigheid grooter kan zijn, is het
van het meeste belang de kogels niet zwaarder te nemen dan
in verband met de vereischte dieptewerking noodzakelijk is te
achten.
Daar nu bij vuur op 3700 M. een G'k. kogel van 9 gram Op
124 M. van het springpunt nog voldoende arbeidsvermogen heeft
om een beenbreuk bij een paard, en op 257 M. om hetzelfde bij
een mensch te weeg te brengen, zoo is de conclusie gerecht
vaardigd dat bij een normaalinterval van 60 M., zooals in Nederland
wordt toegepast, zoowel op menschen als op paarden eene be
hoorlijke uitwerking is te verwachten.
Voor ons toekomstige veldgeschut is V5000 242 M; de
V0 der vulkogels wordt dus 302 M. Uit de graphische voor
stelling is gemakkelijk af te leiden dat voor kogels van 9 gr.
de dieptewerking bij vuur op 5000 M. slechts 15 M. minder
bedraagt dan op 3700 M.
In zijn bovenaangehaald artikel maakt Rohne nog melding
van vergelijkende proeven door Krupp genomen met vulkogels
van 11 en van 8 gram. Bij deze proeven werd boven 4000
M. bij een interval van 100 M. een overwegend grooter aan
tal werkzame treffers verkregen met de lichte kogels. Op 200
M. van het springpunt was dit aantal voor beide soorten on
geveer gelijk. De trefsnelheid der kogels werd hierbij geschat
uit de indringingsdiepte in dennenhouten schijven van bepaal
de dikte. Daar het hout 'natuurlijk niet overal even hard is,
kunnen eerst uit meer uitgebreide proeven betrouwbare con
clusies worden gemaakt. Rohne merkt nog te recht op, dat het
er niet op aan komt of het matte treffers stijgt, mits slechts
het absoluut aantal werkzame trefï ers zoo groot mogelijk wordt
Daar de snelheidsvermeerdering die de vulkogels in het spring
punt ontvangen niet voor alle kogels gelijk is, zouden slechts
proeven kunnen uitmaken of het gewicht van den enkelen
kogel nog kleiner dan 9 gr. genomen kan worden. Mocht hiertoe
geen gelegenheid bestaan dan geloof ik dat een gewicht van 9
gr., dat thans zoowel door Krupp als door Ehrhardt als toelaat
baar wordt beschouwd, en bovendien door België en Oostenrijk-