1 144 - Hongarije reeds werd aangenomen, met vertrouwen kan wor den aanvaard. Het hier besprokene geldt wel is waar voor veldgeschut, maar ook voor bergartillerie behoeft de kogel van 9 gr. niet te worden verworpen. Voor een projectielgewicht van 6,5 K.G. geeft eene V0 van 275, 300 of 380 M. eene V3000 van onderscheidenlijk 226, 235 en 260 M. De V0 der kogels wordt dus 286, 295 en 320 M. Door nu in de graphische voorstelling laatstgenoemde snel heden uit te zetten, door de eindpunten horizontale lijnen te trek ken en de snijpunten met de kromme lijnen op de schaal der afstanden te projecteeren, is dus op eenvoudige wijze een beeld te verkrijgen omtrent de dieptewerking. Uit de figuur blijkt dan met welk bedrag de werkingsdiepte welke voor eene V0 der kogels van 329 M. werd uitgezet, moet worden verminderd en voor kogels van 12 10 9 gr- bij V0 - 275 M. met 35 29 25 M. 300 M. 26 22 19 cc cc M. 7 5 4 Na aftrek van deze waarden vindt men dus dat bij vuur uit berggeschut op J3Q.0--M. een vulkogel nog opM. van het springpunt voldoende snelheid bezit om bij een paard of mensch een beenbreuk te veroorzaken KOGELGEWICHT. 12 10 9 gr. Beenbreuk paard bij V0. 275 M. 180 126 99 M. n v v 300 189 133 105 -n n i) 380 208 150 120 mensch 275 276 232 v i> 300 450 283 238 300 253 Uit dit staatje blijkt dus dat zelfs bij eene V0. van 275 M., hetgeen toch stellig als een minimum is te beschouwen, bij vuur D D V O V WH» 380

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 156