3 Bij dit openleggen der conduites behoort dan ook het recht om te mogen reclameeren over het schrappen van een gunstige aan- teekening, wat dikwijls een veel ernstiger feit is dan 't opnemen van een ongunstige noot en zal dan ook de chef, die zulk een gunstige aanteekening schrapt of nieuw opneemt, daaromtrent moeten vermelden of dit geschiedt op grond van een algemeenen indruk of van bepaalde feiten. Dit zal willekeur voorkomen. Doch er is meer, dat pleit vóór het openleggen van de conduite aan den beoordeelde. Met de tegenwoordige regeling nu de ongunstige aanteekening voor den beoordeelde een tastbaar feit, een gunstige beoordeeling hoogstens een vermoeden is legt men er zich meer toe geen ongunstige aanteekeningen te kiijgen dan dat men let op de ontwikkeling van zijn goede eigenschappen als officier. Ik meen, dat dit aan den geest van ons officiers korps duidelijk is te bemerken; men spreekt wel eens van de vrees in ons leger om verantwoordelijkheid te dragen en zeer zeker zal die vrees ten deele moeten worden toegeschreven aan de bovengenoemde omstandigheid. Men weet niet of initiatief, doortastendheid en dergelijke voor den officier zoo noodige eigenschappen in ieder speciaal geval zullen worden gewaardeeid, wel echter, dat iedere fout als gevolg van die eigenschappen een ongunstige aanteekening kan geven. Men meent 't bij ons meer te moeten zoeken in 't negatieve, in 't ontbreken van fouten, dan in het positieve, in de aanwezig heid van goede eigenschappen, die evenals licht met schaduw steeds met fouten gepaard moeten gaan. Hoe dikwijls ziet men niet noodzakelijke voorstellen en maatregelen achterwege blijven, omdat gevreesd wordt," dat in de uitvoering een fout kan worden begaanwant de fout zal zichtbaar nadeelige gevolgen kunnen hebben, van de waardeering van de prijzenswaardige handeling bemerkt men niets. Hoevelen, die weten, dat ze in de oogen van hun chefs met fouten behept zijn (wie is dit niet!), zouden beter, krachtiger, meer zelfbewust optreden, indien ze wisten hoevele goede eigenschappen er in hun credit staan! Weet men zeker, dat men ondanks kleine fouten goed staat aangeschreven, dan zal de geest van initiatief zich veel meer ontwikkelen; thans bemerkt men de mate van appreciatie zijner goede eigenschappen alleen aan de houding van zijn chefs en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 15