- 149 Nu ben ik er mij zeer goed van bewust dat dit op zich zelf zeer weinig beteekent; alleen moer ik opmerken, dat het mij nog minder mogelijk was deze verbeteringen aan te brengen, daar juist van den door den heer G. gestelden eisch „naar wensch geheele breedtespreiding, dan wel geheele lengtespreiding" het eerste punt door mij bepaald als een nadeel wordt beschouwd. Het is daarom, dat ik er mij aanvankelijk toe bepaald heb op bezwaren van technischen aard te wijzen, bezwaren, die dooi den heer G. in zijn naschrift nog niet op afdoende wijze werden weerlegd. Deze bezwaren acht ik nog steeds gewichtig genoeg om mijne conclusie aan het slot van mijn artikel in afl. 9 te rechtvaardigen. E.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 161