155
Dit alles vinden we vrijwel in de methode Fabius terug.
Volgens de oude methode wordt nadat het geweer in den
aanslag is gebracht, gericht en daarna afgetrokken.
Steeds werd als beginsel voorop gesteld: niet schieten voordat
het geioeer gericht is.
Dit beginsel werd ook in onze gevechtsvoorschriften doorge
voerd en dat wordt het nog (zie o. a. I. R. I. uitgave '08 punt 200
blz. 79 tweede alinea, waar vermeld is„Het vizier nauw
keurig stellen, altijd scherp en rustig richten en bedenken, dat
„niet veel schieten, maar goed schieten de kansen verbetert en
„tot het gevechtsdoel nader brengt".)
Daar de Japansche soldaat in den laatsten oorlog door sommigen
wel met een mitrailleur vergeleken is wat de snelheid van het
vuren betreft, is wel merkwaardig hetgeen voorkomt in de Inter
nationale Revue über die gesamten Armeen und Flotten 1907
supp. 94 blz. 43. Dit is eene vertaling uit het Japansch in het
Miltr. Wochenblatt en getiteld: De 1' Instruction du Tir au Ja
pon. We vinden daar o. a. vermeld, eind sub le „il ne faut
pas oublier, en outre, que la condition première dans chaque
tir doit être l'exactitude".
De methode Fabius is in 't kort:
Schiet als de kolf aan den schouder komt en zorg dat het geiveer
hierbij zooveel mogelijk gericht is. Zoowel de oude als de nieuwe
methode zal moeten beginnen met alles langzaam te doen uit
voeren en zal men eerst bij meerdere geoefendheid de snelheid
kunnen opvoeren.
De oude methode sprak zich omtrent die snelheid evenwel niet
duidelijk uit. Met den tijd werd wat de oefeningen betreft
weinig rekening gehouden (zie 35, 36 en 37 I. S. '03).
Het narichten is bij de methode Fabius zooals boven gezegd
uit den bnoze.
Toch zal ook volgens deze methode het narichten niet gemist
kunnen worden.
Slechts enkelen is het, na gedurende langen tijd voorafgaande
dagelijksche oefening, gegeven het geweer met standvizier dade
lijk gericht te hebben, terwijl deze vaardigheid, bij het niet meer
oefenen, spoedig weer verdwijnt,.
Evenwel dient de methode Fabius aan dat gericht zijn in