4 aan dergelijke vage teekenen; zekerheid echter heeft men nooit. Men zal als nadeelen van het openleggen der conduites noemen, dat menigeen zich in zijn wiek geschoten zal achten door het onvermeld blijven van goede eigenschappen, die hij zich zelf toekent, en dat zwakke chefs er zich wellicht toe laten verleiden, wat meer goede eigenschappen te vermelden dan strikt genomen vermelding verdienen. Daar staat tegen over, dat ieder officier, doordien hij kennis neemt van de beoordeeling van zijn goede eigenschappen door zijn opvolgende chefs, zich zelf juister zal kunnen beoor- deelen en dat een door een chef vermelde goede aanteekening, die slechts op een algemeenen indruk (niet op bepaalde feiten) berust, door een volgende eveneens op grond van diens indruk eenvoudig kan worden geroyeerd. Het eerste gevolg van het openleggen der conduite voor den beoordeelde, zou zijn het vollediger en scherper invullen van rubriek 3. Waar toch rubriek 2 met gunstige aanteeke- ningen ter kennisse van beoordeelde komt, behoeft geen chef zich uit vrees voor onaangenaamheden te laten weer houden rubriek 3 volledig in te vullen, hetgeen het algemeen belang ten goede zal komen, omdat dit gediend is met juiste en scherpe beoordeelingen. Een tweede bezwaar, dat ik tegen de huidige wijze van beoor- deelen (van 1909j heb, is het aannemen van het normaal type van een officierwaaraan ieder moet worden getoetst. In de beoordeeling van den officier worden thans slechts de afwijkingen van den norm opgenomen. Wat is echter de normale officier? Is hij een theoretisch gemiddelde van de eigenschappen in het geheele korps aanwezig? Een man dus met kleine gebreken maar ook met kleine deugden Of wel stelt men den normalen officier boven dat gemiddelde naar den maatstaf, die men binnen de grenzen der mogelijkheid gaarne zou aanleggen Dit zijn onopgeloste vragende in de instructie voorkomende uitdrukking: „het peil, dat voor hunnen rang als normaal moet worden aangenomen" laat ze onbeantwoord. Ieder beoordeelaar zal zich een beeld moeten vormen van den normalen officier

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 16