162 In den laatsten oorlog is gebleken, dat om een gunstig ge bruik te maken van de korte oogenblikken dat het doel zichtbaar is, een goed gericht snelvuur noodzakelijk moet geacht worden. Hierom wordt ook overal in het buitenland groote waarde toegekend aan goed geleid, rustig afgegeven, gericht snelvuur voor alle afstanden. Dit brengt evenwel nog niet de noodzakelijkheid mede om onder alle omstandigheden snelvuur af te geven. Ons voorschrift leert den man steeds snelvuur toe te passen (zie 35, 36, 52 en 53). Het aanhangsel schietvoorschrift 40 vijfde alinea vermeldt: 32 schrijft voor dat de snelheid van het vuur zich regelt naar de zichtbaarheid van het doel (c. q. afstand). Verder vinden we in het Bijvoegsel 11: idem blz. 8 laatste alinea: Er behoeft dus volgens het voorschrift niet steeds snelvuur te worden afgegeven, wat trouwens ook met eigenaardige be zwaren gepaard zoude gaan. Het voorschrift geeft dus aan, dat het kan voorkomen dat langzamer zal geschoten worden. Dit dienen we in vredestijd dan ook te beoefenen (ook met scherpe patronen) en lijkt het mij daarom verkeerd den man volgens ons voorschrift alleen het snelvuur te onderwijzen. Het salvovuur laten we buiten beschouwing. 2Met het oog op het kortstondig zichtbaar zijn van goed waarneembare doelen «zal het veelal doelmatig zijn een aantal schoten snel achter elkaar af te geven »om daarna het vuur te onderbreken." «Aldus met vuren doorgaan, waarbij de pauze tusschen twee opvolgende aan klagen korter is, naarmate liet. doel belangrijker, de vermoedelijke duur der «zichtbaarheid daarvan kleiner en het richten gemakkelijker is." «Van den aanvang af doordringt de onderwijzer den man van de noodzake lijkheid, onder alle omstandigheden met den patronenvoorraad oordeelkundig »en zuinig huis te houden. De man moet met juistheid en kalmte richtenhij «moet bezield zijn met den vasten wil het doel te treffen. Opvoering van de «levendigheid van het vuur ten koste van de juistheid is munitieverspilling. «Wordt het vuur onrustig, met overhaasting of te levendig afgegeven, dan doet «de onderwijzer het vuur ophouden."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 174