169 Is de waarnemingspost niet te ver van de Batterij afgelegen, dan zullen de tijdstippen, waarop de B. Ct. aldaar is aange komen en waarop het vuurbevel wordt verstrekt, niet veel ver schillen. Moet de waarnemingspost nog worden ingericht, dus nog telefonisch met de batterij worden verbonden, wat het geval kan zijn, dan wordt uit den aard der zaak niet de minste ver traging ondervonden omdat, al ware de B. Ct. in de batterij, hij het vuur, naar aanleiding van het ontvangen vuurbevel, toch nog niet kan openen. De B. Ct. ontvangt het vuurbevel en geeft telefonisch de opdracht tot het halen van de noodige munitie en het tot vuren gereed maken der batterij, waarna hem door den oudsten sectie commandant (c. q. tweeden B. Ct.) worden opgegeven de standen der vuurmonden t. o. v. een hulprichtpunt wordt het vuur geopend dan geeft hij telkenmale het commando tot vuren, door te commandeeren „schot". Het laat hem daarbij volmaakt onverschillig welk stuk vuurt, daar hem dit na het vallen van het schot wordt overgeseind, waarna hij voor dat stuk de aan te brengen correcties kan bepalen. De B. Ct. ontvangt rechtstreeks de waarnemingen, verwerkt- die zoo noodig op de waarnemingslijst en doet de Commando's voor het volgend schot, enz. Geraakt de telefonische verbinding met de batterij in het ongereede, dan is van een vuurleiding door den B. Ct. geen sprake meer, doch dit zou evenmin het geval zijn als de B. Ct. zich in de batterij bevond. Aan het initiatief van den bevel voerende in de batterij moet dan b. v. door voortzetting van het kaartvuur worden overgelaten, wat verder te doen. Zooals bekend geschiedt het aanwijzen van de waarnemings posten, die voor het ontvangen van een schietopdracht aan een- batterij als zijposten van deze moeten fungeeren, door het G. S. K- Een handig hulpmiddel, om onmiddellijk te kunnen nagaan, welke waarnemingsposten het doel (of althans het terrein, waarop- het doel zich bevindt) kunnen zien, werd aan de hand gedaan door den kapitein de Fremery door gebruik te maken van z. g. schaduwbeelden. I. M. T. 1910. 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 181