171 ontwikkeling van het schot uit modern geschut, wordt ook door de afwezigheid van eenige knal de onvolmaaktheid der nabootsing geheel voltooid. Niet geleid door de machtige stem van het vijandelijk kanon moet de peiler in den hem aangewezen sector het terrein af zoeken naar een vlamverschijning, waarvan vaak, o zoo weinig te zien is. Door de invoering van een rookzwakke kardoes voor losse schoten bij het 7 c. M.A. geschut, is men thans in staat gesteld een vurende batterij juister na te bootsen; wordt hiervan bij de a. s. terreinschietoefeningen gebruik gemaakt, door vurende batterijen voor te stellen door losse schoten uit 7 cM. K. A. kanonnen, die betrekkelijk handig en gemakkelijk vervoerbaar zijn, dan kan op die wijze de peildienst slechts gebaat zijn. En dat men dan niet de tot nu gevolgde regel toepasse, dat de peildienst eerst een aanvang neemt bij het vallen van het eerste schot. In werkelijkheid komt die vijandelijke batterij toch ook niet uit de lucht vallen daar moeten toch ook voorbereidingen worden getroffen, kanonnen opgevoerd, waar dikwijls zeer veel personeel voor noodig is, en gekapt worden om een vrij schootsveld te krijgen. Het wil er bij mij niet in, dat van al die handelingen nooit en nimmer iets te zien zoude zijnwordt er s nachts gewerkt, goed, maar zelfs een vijand moet 's nachts kunnen zien en dan is het toch geenszins uitgesloten, dat het licht, dat hem in staat stelt te zien, ook ons in staat stelt hem te zien of althans de plaats te bepalen, waar hij zich bevindt. -Daarom komt het mij voor meer overeenkomstig de werkelijk heid te zijn, wanneer men den peildienst een aanvang doet nemen voordat de doelbatterij is opgesteld; de peiler kan dan zijn voordeel er mee doen, wanneer hij iets ontwaart van de in stel ling komende batterij. Bij den Commandant der doelbatterij de prikkel om ongezien in stelling te komen en een leering tevens. Hoe vaak toch wordt dat beoefend door de Vesting-Artillerie en hoe vaak daarentegen zal de noodzakelijkheid het in ernst- gevallen eischen?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 183