Hst. Ill 20 uit het Voorschrift Richting, Waarneming enz. zegt o a. „De peilers moeten trachten zich rekenschap te geven van de ligging, den aard, afmetingen enz. van het doel, ten einde die aanwijzingen te kunnen verschaffen, welke van nut kunnen zijn, wanneer uit de peilingen der velschillende posten moet worden uitgemaakt waar de doelen liggen." Wanneer de peiler zich werkelijk de hiervoren bedoelde reken schap van de ligging enz. van het doel geeft, dan kunnen zijne berichten van onschatbare waarde zijn voor den G. Ct. en zal in veie gevallen één peiling voldoende zijn om de ligging van het doel te bepalen. Is het in vlak terrein bijna altijd ondoenlijk ook maar bij benadering bv. van de vlam van een vijandelijk schot iets anders vast te stellen dan de richting waarin het wordt gezien, in berg- terrein, kan in vele gevallen worden gezien achter welken heu veltop of -rug, de vlamverschijning zich voordoet. Kan die top of rug op de kaarL woj den weergevonden, dan zal de mededeeling hiervan vaak voldoende zijn om aan de hand van de opgegeven peiling de plaats van het doel vast te stellen. Ik ontveins mij niet, dat het orienteeren in bergterrein, waar onder ik versta iederen top en iederen kam, die men ziet, op de kaart te kunnen aanwijzen, en zeker voor de peilpatrouille moeilijk is, doch ten opzichte van de markante punten in het terrein moet men toch dien eisch stellen en ten opzichte van eventueel daarachter opgestelde vijandelijke doelen, zal dan vaak één peiling voldoende uitkomsten voor de plaatsbepaling opleveren. Aan de peilposten kunnen hoogere eischen worden gesteld. Wordt elke peilpost, zooals het voorschrift aangeeft, steeds door het voor dien post bestemde personeel bezet, dan mag men toch eischen, dat de peiler, die het terrein steeds vanuit die eene standplaats gadeslaat, na verloop van zekeren tijd het voorlig gende terrein om zoo te zeggen, „geheel in zijn zak" heeft. Heeft hij een panoramaschets van het voorliggende terrein voor zien, waarop hier en daar de benamingen van de kaart zijn overgenomen, dan zal dit zijn taak niet weinig vergemakkelijken. Wordt aan deze wijze van peilen meer aandacht geschonken, dan zal, vooral wanneer een betrekkelijk groot aantal doelen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 184