186
Met de premiën in de overige rubrieken vermeld, hebben wij alleen
te maken bij de schietoefeningen der geoefende manschappen.
4. Yoor de 5e oef. van de tabel Geweeroefeningen, door den chef
v. h. "Wapen vastgesteld, geldt als eisch 5 treffers, met 3 sec. per schot.
Men plaatst het verticale schuifje met het cijfer 5 op den regel, waar
het bedrag 0.15 vermeld staat en leest af:
voor 4 treffers met langeren tijd
voor 5 treffers met langeren tijd f 0.03
voor 4 treffers binnen 3 sec 0.10
voor 5 treffers binnen 3 sec0.15.
De kortere tijden, lastig af te lezen, komen niet in aanmerking.
5. Yoor de 9e oef. van bovenbedoelde tabel is de eisch 4 treffers
met 20 sec. voor 5 schoten.
Men plaatst het verticale schuifje met het cijfer 4 op den regel, waar
het bedrag 0.15 vermeld staat en men plaatst het horizontale schuifje,
met het hoofd 18 20 sec boven de rubriek, waar het bedrag van
0.15 te vinden is. De aflezing is:
Voor 3 treffers in 20 25 sec in 18 20 sec... 0.10;
voor 4 resp. 5 treffers in 20 25 sec... ƒ0.03 resp. 0.04;
voor 4 treffers in 18 20 sec. f 0.15, idem in 16 18 sec. ƒ0.17 enz.
voor 5 treffers in 18 20 sec. 0 25, idem in 16 18 sec. f 0.28 enz.
6. Voor de 19e oef. van bovenbedoelde tabel is de eisch: 3 treffers
met 18 sec. voor 5 schoten.
Men plaatst het verticale schuifje met het cijfer 3 op den regel, waar
het bedrag 0.15 vermeld staat en men plaatst het horizontal schuifje,
met het hoofd 16—18 sec. boven de rubriek, waar het bedrag van
f 0.15 te vinden is.
De aflezing is
voor de mindervaardigen, met tijdgrens van 18 23 sec. voor 2
treffers..voor 3 treffers f 0.03 enz.
voor de geoefenden, voor 2 treffers binnen 16 18 sec. 0.10, voor
3 treffers 0.15, voor 4 treffers 0.25 enz.
voor 2 treffers binnen 14—16 sec...—voor 3 treffers binnen 14
16 sec. 0.17, voor 4 treffers 0.28 enz. enz.
Opmerking
1. Zooals hierboven blijkt, plaatst men, voor oefeningen waarbij 16
sec. zijn toegestaan, het horizontale schuifje met het hoofd 14 16 sec.
(vet gedrukt) boven de rubriek, waar 0.15 vermeld staat. In dit geval
leest men aan het hoofd van de eerste rubriek der premiebedragen af,
dat aan de mindervaardigen een tijdgrens is gesteld van 16 21 sec.
(gewoon gedrukt), enz. enz.
2. Voor oefeningen, waarbij met betrekking tot den tijd, kleinere
grenzen zijn gesteld dan 20 sec., is het voor het aflezen der premiën
niet noodzakelijk, dat men het horizontale schuifje naar links verplaatst
De aandacht wordt er op gevestigd, dat alsdan zooveel hoogere pre
miën worden uitgeloofd, wat absoluut geen bezwaar is, wanneer althans
de beschikbare fondsen dit veroorloven.
H. Lamberts.