203 De onderafdeelingen 125 tot en met 143 worden achtereenvolgens zon der beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over onderafdeeling 144, luidende: „Bijzondere inrichtingen, 187 586." De heer Bogaardt: Mijnheer de Voorzitter! Ten vorigen jare heb ik een motie ingediend, die de opheffing van de pupillenschool te Gombong ten doel had, doch de besliste mededeeling en de plechtige verzekering van 's Ministers ambtsvoorganger, dat deze school zou worden opgeheven, heeft mij doen besluiten die motie in te trekken. Nu had ik redelijkerwijze mogen verwachten, dat die maatregel in het afgeloopen jaar al lang zou zijn toegepast, doch toen ik de begrotings stukken ontving, was ik eenigszins ongerust geworden, doordat op den betrokken post nog altijd dezelfde som is uitgetrokken als ten vorigen jare. De Minister heelt mij echter in de Memorie van Antwoord te dien aanzien gerust gesteld door de mededeeling: „Aangezien omtrent de wijze, waarop uitvoering ware te geven aan de plannen tot opheffing van de pupillenschool te Gombong, nog nader overleg noodig is gebleken en daardoor de uitvoering van dien maat regel "vertraagd is, is de raming der uitgaven voor dat korps op deze begrooting ongewijzigd overgenomen." Hieruit lees ik, dat het nog altijd de bedoeling is om die school op te heffen, en wanneer ik dan ook hier het woord heb gevraagd, is het alleen' om hierop uitdrukkelijk de aandacht te vestigen, opdat de nako ming van de eenmaal gedane belofte niet zal worden vergeten. Ik vertrouw dan ook, dat in den loop van dit jaar alsnog tot dezen maatregel zal worden overgegaan. En het zou wellicht in verband hier mede overweging verdienen, om in art. 8 van het wetsontwerp de moge lijkheid te scheppen tot overschrijding van onderafdeeling 144 op onder afdeeling 69. Mocht dan tusschentijds de maatregel worden toegepast dan kan dit buiten den begrootingswetgever om dadelijk geschieden. De beraadslaging wordt gesloten en onderafdeeling 144 zodder hoofde lijke stemming aangenomen. De onderafdeelingen 145 tot en met 165 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 215