Uit de Pers. Een urijisillig automobielkorps op Jana. Alle couranten hebben gedeeltelijk den inhoud gepubliceerd van een schrijven van den Chef van den Generalen Staf aan de Java Motor Club, waarin na een overzicht van de inrichting van dergelijke korpsen in andere landen, als Duitschland, Engeland, Oostenrijk, Rusland, Italië enz., aan die Club de vraag gesteld wordt of hare leden genegen zouden zijn op Java een vrijwillig automobielkorps te vormen, teneinde het leger in een strijd tegen den B. V. de zoo hooggewenschte beschikking over de noodige automobielen te verzekeren. Tot dat doel werd als basis van de bespreking aan het schrijven een ontwerp regeling toegevoegd, waarin de rechten en plichten, alsmede de vergoedingen voor de leden van het korps werden omschreven. Het denkbeeld vond in de pers algemeen een gunstig onthaal, ook vernamen we reeds, dat zich automobilisten bereid verklaard hadden toe te treden, onverschillig welke voorwaarden gesteld werden. Zij toch be schouwen het, autorijden als een sport en stellen zich er veel van voor hun bedrevenheid nuttig te maken in den dienst van het legerbestuur. Het verwonderde ons dan ook eeuigszins in de Locomotief een min ot meer pessimistische beschouwing over deze zaak te vinden. Dit blad schrijft „Haar 't geen wij reeds hier en daar vernamen, kunnen wij generaal Van Daalen weinig succes voorspellen. Hier in Indië be schouwt men zulke zaken te veel van den materialistischen kant. Men berekent nu al, dat een entree de campagne, ten bedrage van f 500, te weinig is, omdat daartegenover door het legerbestuur geëischt wordt dat de automobilist, niet alleen „bij dreigend oorlogsgevaar" doch ook bij de jaarlijksche oefeningen, met een volledig stel reservebanden op het appel zal moeten komen." Deze berekening is er geheel naast. De 500 entree de campagne krijgt de vrijwillige automobilist alleen, zoodra hij bij oorlog of dreigend oorlogsgevaar (mobilisatie) opgeroepen wordt, als tegemoetkoming in uit rustingskoeten. Verscheidenen van hen zullen die f 500 «ooit toucheeren. Eenig verband tusschen de f 500 entree de campagne en de jaarlijk sche oefeningen bestaat er niet. Voor die oefeningen wordt den automo bilist 30 daags vergoed. Wanner deze som te gering geacht wordt, kan de Java motorclub zulks kenbaar maken, daartoe word haar de regeling voorgelegd. Hetzelfde geldt de bepaling betrelfende de 4 reservebanden bij de oefeningen mede te brengen. In oorlogstijd is dit getal noodig, bij kortere oefeningen zou zonder bezwaar met één of twee reserve banden dan wel wielen kunnen worden volstaan. De Loc. zeat. dan: „ln verschillende europeesche landen melden zich blijkens de mededee-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 216