209
voorstellen aan het oordeel van het Opperbestuur in Nederland zijn
onderworpen.
Voorts vinden wij deze geruchten en voorloopige mededeelingen beves
tigd in het gisteren door ons geplaatste artikel van H. over de Legeroefe-
ningen. Deze medewerkeren hij kan 't weten schreef;
„Nu wij staan aan den vooravond van de invoering van de militie
onder de Buropeesche bevolking van Java en Madoera zullen te avond
of te morgen nieuwe kampementen moeten worden gebouwd voor de op
te richten militie-bataljons of zal logiesruimte voor deze militietroepen
moeten worden ingeruimd in de bestaande kazernes."
Een Europeesche militie voor Java en Madoera dus!
De voorgestelde militie moet in hoofdzaak gelijken op de Nederland-
sche en gebakerd zijn op persoonlijken dienstplicht Dat de schutterijen
dan zouden komen te vervallen spreekt vanzelf.
Ongetwijfeld zullen deze plannen indien zij openbaar worden gemaakt
in Indië heftigen tegenstand ontmoeten. Reeds meermalen is het vraagstuk
aan de orde geweest maar wij hebben nimmer kunnen ontdekken dat er
voor eene militie in Indië eenige geestdrift bestond, zoomin onder hen
die dan op deze wijze gevormd zouden worden tot verdedigers des lands
als onder de officieren van ons leger.
Aan het systeem der militie mogen enkele deugden niet worden ont
zegd. Op een leeftijd van 18 a 19 jaren is het zich gewennen aan
gestrenge tucht en orde eene oefening welke in het verdere leven eenige
goede vruchten kan afwerpen Ook wordt in het militie-leger verdraag
zaamheid aangekweekt en is de dagelijksche omgang met personen be-
hoorende tot eene andere klasse der Maatschappij dan waarin men als
kind en jongeling heeft verkeerd heilzaam voor het verdere leven. Wel
licht ook komt het min of meer harde soldatenleven bij een zeer sobe-
ren kost ten goede aan het physiek eener natie. Maar daarmede is dan
ook vrij wel alle goeds van het militieleger gezegd, voorzoover zijn in
vloed op de spes patriae betreft. Men mag nog toegeven dat juist hier
in Indië voor menig verwond jongmenscb een korter of langer verblijf
in eene kazerne zeer geschikt zou zijn, maar daartegenover staat dat
in de kolonie de nadeelen van het kazerneleven dan ook zooveel grooter
zijn dan in Nederland en 't verwondert ons dat de heer v. Heutsz, die leger
en kazerne door en door kent, een militie-systeem voor Indië kon aan
bevelen.
De invoering van militie zou wel dit goede gevolg hebben, dat ingrij
pende verbeteringen werden aangebracht in onze kazernes, want 't is
niet denkbaar dat men de jongelui uit de burgerij zou willen interneeren
in deze gebouwen, die veelal naargeestige holen kunnen worden genoemd.
Het leger zou dus bij de verandering profiteeren. Overigens zouden de
deskundigen hebben uit te maken, wat ons legerbestuur in tijd van nood
aan zulk een Indisch militieleger zoude hebben; wij voor ons kunnen
slechts de vraag beantwoorden, of, in 't algemeen, eene kolonie als de
onze zich eigent voor de vorming van een militieleger. Die vraag moet,
dunkt ons, ontkennend worden beantwoord. Men zouen dit schijnt dan
ook het plan te zijn natuurlijk alle Europeesche jongelui over één
kam moeten scherenen dus zouden aan de militie worden onderworpen
zoowel zij die uit Nederland hierheen komen om in onze Indische maat
schappij eene carrière te zoeken als de hier geboren en getogen Euro-