229 De sabel van wijlen Commandant Lamy hangt er als pendant van een mooie kling, buitgemaakt op een berucht Arabisch hoofd en in een klein eenvoudig lijstje in 't midden van den wand ziet men een rozetje in blauw, wit, rood, de overblijfselen van het regimentsvaandel dat vóór de overgave van Sédan werd verbrand. Dit vaandel is nooit vervangen, maar het fanion, dat toén bij het regiment was, doet thans als vaandel dienst. In de Salie d'honneur van de Cavalerie in Blida vindc men de gedécoreerde Standaard van het Cav. regiment. Op mij maakte de Salie d'honneur diepen indruk en ik verwonderde mij dat de officieren in die zaal hunne képi's ophielden. Jammer dat bij onze korpsen alle traditie ontbreekt. De tirailleurs algériens vormen ontegenzeggelijk een flinke troep. Vele van de typen die ik er onder zag, deden mij denken aan onze Amboneezen, over 't algemeen waren ze ech ter grooter van stuk. De lichtblauwe uniform met geel band afgezet kleedt goed, maar is door de besmettelijkheid zeer duur. De slobkousen met hun ontelbaar aantal knoopjes worden langzamerhand vervangen door de „bandes molletières" (putties) en tegelijkertijd de lage schoenen door een hooger soort van dezelfde vorm als onze modelschoen alleen de boord een 2 c.M. hooger en steeds zwaar met ijzeren spijkers beslagen. Men is over de putties niet erg tevreden, omdat veel Inlan ders geen kuiten hebben en de beenwindsels dus steeds afzakken. De bereden wapens dragen rijkappen ongeveer van het Hollandsch model. Het hoofddeksel, de fez, staat goed, maar leek mij minder practisch; toch beweren de officieren dat deze muts het hoofd voldoende tegen zonnewarmte beschermt en zonnesteek ook bij de (Europeesche) Souaven zelden voorkomt. In 't kleeding- magazijn toonde men mij bruin grijze overtrekjes voor de fez, voor gebruik te velde, omdat het rood te zichtbaar is. De veld- kleeding van alle troepen is wit, zooals de officieren mij ver klaarden toch weinig zichtbaar wanneer zij vuil is. Alle soldaten in Algerië dragen boven den pantalon een zeer breede roodflanellen buikband, die goed staat en onmisbaar schijnt in dit land van sterke temperatuur overgangen. Men beweert dat de band nooit hinderlijk is, zelfs bij de groote hitte overdag

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 241