232
wanneer de uitverkorene op last van den hupschen directeur,
Commandant Benouat, worden voorgebracht. Als bij de onver-
valschte sandelhout gaat de mooie pluimstaart omhoog, de
neusgaten openen zich en met fraai gebogen hals wordt een
veerende draf aangenomen zoo mooi, zoo verrukkelijk, dat men
geen woorden kan vinden om zijn gevoelen te uiten. Jammer,
innig jammer dat ook dit ras tot ondergang gedoemd is. Hoewel
nog weinigen het durven uitspreken, voelt men het dat het
Arabisch paard heeft afgedaan.
En hoe kan het ook anders, het paard was voor den Arabier
vroeger strijdmiddel en nu er geen stijd meer is, zoekt hij
naar goedkooper, gemakkelijker te onderhouden, minder fragiel
middel om zich te verplaatsen en om zijn land te bewerken
en hij heeft 't gevonden in het muildier. Dit sober beest, dat
met zekeren tred zware vrachten over moeilijk, gevaarlijk ter
rein brengt, verdringt in de binnenlanden geheel het paard.
De verhalen van de toewijding en gehechtheid onderling van
Arabier en paard behooren tot het verleden, evenals de uitdruk
kin gen „Le paradis est sur le dos du cheval ou entre les seins
d'une femme" en „Une selle, une bride et la vie pour 1' Islam"
en het doet treurig aan als men aan den rand van de Sahara
een paard naast een muiidier voor een ploeg ziet gespannen.
De grens tusschen Arabisch en Berberpaard is moeilijk aan
te geven; over 't algemeen kan men zeggen dat de paarden uit
N. Afrika zijn als hun meesters, een mengsel van beide en men
weet niet recht of de verschillen die men aantreft komen door
't verschil in ras waarvan de paarden stammen of door 't ver
schil in berg- en vlaktepaard. De „barbe" moet in de bergstre
ken het zuiverst zijn, terwijl het Zuidel. Steppenpaard veel van
de Syrische eigenschappen moet hebben behouden. In de pro
vincie Oran moeten nog goede Arabische paarden voorkomen.
De Commandant Lacroix komt in zijn werk „l'Evolution du
Nomadisme en Algérië" tot de volgende treurige conclusie „10jaar
geleden was het makkelijk om in Algérie 20.000 paarden te vinden
dadelijk gereed voor den dienst, nu is 't geheel uit en als het
Gouvernement geen strenge maatregelen neemt tegen de groote
uitvoer van veulens, zal men over enkele jaren zelfs niet meer in
de benoodigde Cavie. paarden voor Algérie zelf kunnen voorzien."