234
het verre Zuiden te nemen uit de officieren van de bureaux
arabes en ben tegelijk te belasten met het civiel bestuur, eene
richting trouwens die in Tonkin op de uiterste posten steeds
gevolgd wordt. Ik heb hier het oog op het decreet van 1
April 1902, waarbij de „compagnies sahariennes" werden opge
richt, ter vervanging van de geregelde troepen te Gourara,
Touat en Tidikelt, bezettingen die schatten hebben verslonden
aan verplegingskosten en restitutie voor te niet gegane trans
portmiddelen.
(In 1901 werd alléén in de cercle Tiaret 2 millioen francs
uitbetaald als vergoeding voor gestorven kameelen).
Deze compagnieën, voorzien van Fransch kader, zijn samen
gesteld uit de echte sahara bewoners, die in hun eigen onder
houd moeten voorzien, ze ontvangen dus slechts kleeding en
soldij. De compagnieën bestaan uit Infanteristen, Cavaleristen
en kameelruiters (méharisten) en enkele lichte stukken Art.
Vooral de Méharisten, die zeer goed worden geteekend door de
uitdrukking: „une tribu nomade militairement encadrée" doen
flink dienst. Zij zwerven rond als de Touaregs zelve, en zijn
overal en altijd sterk genoeg om aan de enkele roovers het hoofd
te bieden; zij dragen bij hunne verkenningen voor 1 maand meel
mede (15 K.G.) met wat suiker en koffie en men beweert dat
zij best 6 maanden buiten kunnen blijven zonder een post aan
te doen.
Evenals bij ons is hier het groote nut duidelijk aan den dag
gekomen van kleine zeer mobiele afdeelingen boven de bezetting
van in ons oog belangrijke punten door een groote machc.
Terecht zeide de Castries: „on ne tient pas les nomades avec
des bordjs (verdedigbare caravansérails) on les tient par le
ventre", het bezetten van enkele punten zelfs in de sahara be-
teekent niets, de nomaden trekken er omheen, 't Hier be
schrevene is een afwijking van de normale werking van de
bureaux arabes, die men echter in andere afgelegen plaatsen
ook wel eenigszins aantreft. Het groote werk dat zij verrichten,
het groote nut dat de bureaux stichten is de innige aanraking
met de Inlandsche wereld en de schat van gegevens die zij ver
zamelen en uitwerken omtrent nooden en behoeften der be
volking. Daardoor heeft de regeering een goed overzicht van