- 238 niet aan de branden te wijten, maar voornamelijk aan de groote kudden schapen en geiten, die in de warme maanden daar hun voedsel komen zoeken. Voornamelijk de geiten doen veel schade, daar zij alles wegknagen tot zelfs de bast van de boo men en met hunne hoeven de grond vasttrappen en zoo onvruchtbaar maken. „Le Pays des Moutons" een werk uitgegeven na eene enquête van 1892 geeft in een kaart de verschillende waterplassen en waterputten van Algérie. Het wekt bewondering als men ziet wat daarna door het Fransche bestuur is tot stand gebracht voor de watervoorziening in de steppen en in de Sahara zelf. Talrijk zijn de artesische putten, die gelukkig in den regel reeds op 30 M. op andere plaatsen na 80 a 90 M. boren goed water oplever den. Te Sidi Okba is men thans met een diepte van 425 M. nog niet op behoorlijk water gekomen. De vele meren die men in die streken aantreft bevatten zout water, waarin geen visch leven kan. Als eigenaardigheid wil ik hier nog vermelden dat in enkele artesische bronnen kleine vischsoorten voorkomen. Voor den inlandschen landbouwer heeft zeer veel nut gehad de invoer van een eenvoudige, goedkoope Fransche ploeg. De aanschaffing en wijziging van het materieel wordt bevorderd door de „Sociétés indigènes de prévoyance". De eerste crediet en hulpinstelling werd reeds in 1869 door Generaal Liébert te Miliana gesticht naar het voorbeeld van een oude landsinstelling, de zoogen. „Silos." Men heeft thans over heel Algerië van die Sociétés. Zij leenen voor korten duur geld of vivres in natura, de inlanders in staat stellende hun cultures te onderhouden en te verbeteren en hun werktuigen te vermeerderen. In 1900 verschafte de Société indigène van Mascara aan 359 leden het totaal bedrag van 43000 fr. voornamelijk voor aankoop van de nieuwe ploeg, het jaar daarop aan 875 nieuwe aanvragers 52.000 fr. De resultaten waren prachtig. Nog even de vermelding dat voor Algérie is verschenen een „Projet de loi sur le droit musuiman". Dit is voor ons ook van belang, omdat hier de strijd nog lang niet is uitgestreden en Algerië nu het voorbeeld volgt van Turkye, Egypte, Engelsch- Indië en van Sénégal. In tegenstelling met de bij ons zoo

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 250