248
Zoo werd de opperbevelhebber van „Blauw", na gedurende drie
dagen zegevierend doorgetast te hebben, van de zorg voor zijne
linkerflank ontheven, door het onverwachts aan den oorlog
deelnemen van een aan het manoeuvregebied grenzenden, tot
dusverre onzijdigen, staat en wel op een oogenblik, dat die lin
kerflank door een in geforceerde marschen naderend „Rood'
legerkorps ernstig bedreigd werd. De vraag rijst, of het in de
werkelijkheid zal voorkomen, dat een tot dusverre onzijdige
staat te hulp zal snellen op een oogenblik, dat de voorspoed
van de begunstigde partij in tegenspoed dreigt over te slaan-
Bovendien werd hiermede den opperbevelhebber van „Blauw"
de gelegenheid benomen te toonen, hoe hij zich uit de moeilijke
omstandigheden, in het leven geroepen door de maatregelen
van „Rood," redden zou.
Dat de den opperbevelhebbers overigens gelaten bewegings
vrijheid tot onverwachte en dus tot zeer leerzame toestanden
leidde, spreekt wel van zelf. Zoo voerden de omstandigheden
in de laatste dagen de troepen in eene geheel andere streek
als van te voren verwacht was. Hoewel het terugkeeren van
de troepen naar hunne garnizoenen daardoor niet volgens het
vastgestelde plan kon geschieden, greep de leiding niet in, doch
droeg alleen de betrokken spoorwegbesturen op, overeenkomstig
den nieuwen toestand dadelijk andere maatregelen te nemen,
hetgeen geschiedde 1).
Voorts was gezorgd, dat de zorg voor verpleging en legering
niet, zooals gewoonlijk, de nabootsing van den oorlog tot
eene parodie maakten. Waar noodig, werd gebivakkeerd, zon
der dat min of meer geriefelijke hutten of barakken gebouwd
werden, doch onder den blooten hemel; levensmiddelen, fou-
rages en andere behoeften verkreeg men door vrijen inkoop of
door aanvoer langs de verbindingen op autolastwagens. Ook
bij deze gelegenheid was men zeer tevreden over de keuken
wagens. Echter mag niet voorbijgezien worden, dat deze voer
tuigen, hoe nuttig ook, de toch al groote nasleep van den trein
vergrooten. Bij ons zou men er meer verdriet dan genoegen
1) In den tijd van vier dagen werden toen door 179 extra-treinen 4095 officieren,
109597 manschappen, 13882 paardeD, 1550 voertuigen en 865805 KG. bagage vervoerd,
zonder dat het personenverkeer er onder leed.