244 -
van hebben. Inkoop ter plaatse en aanvoer van achteren zullen
ook bij ons toepassing vinden en het is merkwaardig, hoe weinig
vertrouwen men bij den troep in de zaak heeft, wanneer de
regeling aan de intendance wordt overgelaten. Practische oefe
ningen in den verplegingsdienstx) zullen van het grootste nut zijn,
maar dan behooren onze intendanten te paard ot op een rijwiel
in het terrein zich even goed thuis te gevoelen als op hun
bureaustoel achter de schrijftafel.
Hoe ook in andere opzichten de werkelijkheid zooveel mo
gelijk nabij gekomen werd, blijkt hieruit, dat den 17den Sept.
aan de „Roode" troepen vergund werd den spoorwegdam voor
de „Blauwe" stelling te gebruiken op volkomen dezelfde wijze
als in oorlogstijd zou geschieden.
In sommige persorganen, zooals de Neue Bayrische Landes-
zeitung, ook in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, bij monde
van haar Zuidduitschen correspondent, werd geklaagd over de
onbekwaamheid van sommige Beiersche prinsen, die als bevel
hebbers gedurende de manoeuvres optraden. De „Internationale
Revue", Beiheft 113, komt hier tegen op, doch het blijft moeilijk
uit te maken, wie gelijk heeft. Ik vermeld deze quaestie om ge
legenheid te hebben te kunnen wijzen op de gewoonte van vele
leden van regeerende Duitsche vorstenhuizen om metterdaad
niet alleen in naam, deel uit te maken van het officierskorps,
waarbij zij nauwgezet, ook in de subalterne rangen, hunne be
roepsplichten vervullen. Dat deze gewoonte gunstig werkt op
het aanzien en dus ook op de praestaties van het officierskorps,
spreekt wel van zelf.
De „Internationale Revue" deelt mede, dat, volgens officieële
berichten, het ziektecijfer naar verhouding zeer gering was,
niettegenstaande de werkelijk groote krachtsinspanning en het
groote aantal reservisten, -waardoor men de bataljons 700 man
sterk had kunnen maken. Eene dergelijke mededeeling zegt
echter niet veel. In 1906 werd hetzelfde van de manoeuvres
van het IVde Zwitsersche legerkorps beweerd. Echter lagen
de ziekenhuizen te Luzern toenmaals vol ongestelde militairen
dit bleek o. a. ook te Rapperswil het geval te zijn. Dat ook
1) Zie hiervoor WeteDschappelijk jaarbericht der Yerteniging t. b v d. Krijgsweten
schap 1908-1909 blz. 546 e. v.