248 Bij de „Blauwe" partij was een motorballon, type Grosz, M. II, ingedeeld. De door dezen ballon bewezen diensten worden zeer overdreven en daarom is het van belang hier wat langer er bij stil te staan. Den eersten manoeuvredag vloog de M. II over de grenzen om den gescheiden opmarsch der „Roode" troepen te verken nen. Zij geraakte spoedig in eene hevige onweersbui, die met eene wolkbreuk eindigde, zoodat landen op het vrije veld on vermijdelijk werd. Eerst na het aanbrengen van eenige verbe teringen kon de tocht hervat worden, maar de opmarsch van „Rood" was toen reeds geëindigd. Slechts gedurende de nu volgende drie gevechtsdagen heeft de bllon azonder averij ge werkt, zonder echter veel diensten te bewijzen. Nevel en mist beletten het uitzicht, tenzij op geringe hoogten. Maar de leiding had beslist, dat waarnemingen van eene hoogte van minder dan 1300 M. geen waarde hadden. Eene hoogte van 1300 M. werd dus aangenomen als de grens, waar beneden 's vijands vuur de waarneming onmogelijk, althans zeer moeilijk maakt, al hebben de schietproeven daaromtrent nog geen vaste gegevens verschaft. In elk geval behoedt men zich voor teleurstellingen door de grens wat ruim te nemen. De Franschen gaan in dit opzicht lang zoover niet als de Duitschers: de rampzalige „République" kwam gedurende de manoeuvres niet hooger dan 700 M. Toch zou het verkeerd zijn te meenen, dat een ballon door infanterie- of artillerievuur zeer spoedig tot dalen gedwongen wordt. Proeven hebben geleerd, dat eenige treffers niet veel schade aanrichten, terwijl met de in het bijzonder tegen ballons bestemde kanonnen van Krupp en Ehrhardt nog te weinig onder vinding opgedaan is. Trouwens, de meest doelmatige wijze van schieten is nog niet gevonden. De meldingen van de M. II werden langs draadloozen weg naar den opperbevelhebber geseindhaperingen of storingen kwamen hierbij niet voor. Ook de Zeppelin-ballons zijn thans met toestellen voor draadlooze telegrafie voorzien; proeven hebben aangetoond, dat eene draadlooze verbinding tot 500 K.M. mc- gelijk is. Hoewel men aan Duitsche zijde voorzichtigheid bij het beoor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 260