261
Moet er echter hiertegenover nu van onzen kant niet al het
mogelijke worden gedaan, om dit meest volmaakte zoolang mo
gelijk te doen voortbestaan, en zijn er derhalve geen extra-maat
regelen noodig, die voor't oude geschut niet noodzakelijk waren?
Alsdan breng ik in herinnering, dat men in Holland het
geschut ook aanvankelijk aanvaardde, zonder meer.
Bijzonder vlug waren alle Afdeelingen getransformeerd en
begon men met het nieuwe Materieel intensief te oefenen, zij het
dan ook, dat de meeste der gebruikers nog niet geheel en al
op de hoogte waren van de behandeling, het onderhoud en
de functionneering der verschillende organen van hun kanon.
Alras bleek echter, dat dit kanon geen 8 c M. St. was en men
er geene „Gewaltproben" mede kon uithalen, en dat het Mate
rieel een veel zorgvuldiger behandeling eischte dan voorheen.
Krachtdadig moest worden ingegrepen, ten einde verdere groote
slijtage te voorkomen.
Men begon nu met de beste der Smeden-Bankwerkers (S. Bs.)
aan den C. W. in opleiding te nemen en af te richten tot Mr. S.
B. (met uen rang van Wachtmeester) voor het snelvuurgeschut.
Een nieuwe, financieel zeer goede positie werd voor
deze titularissen geschapen. Nieuwe Voorschriften omtrent Be
handeling en Onderhoud zagen het licht en een Cursus
werd geopend aan den C. W. alwaar Luitenants, die later
moesten dienst doen als Luitenant belast met het toezicht op
het snelvuurmaterieel bij de Afdeeling (deze titularissen boven
en behalve de bestaande luitenants van het Materieel bij de
Batterijen), werden klaargemaakt.
Na IJ jaar oefenen werd zoowat al het Materieel successieve
lijk naar Delft opgezouden ter herstelling.
Meerdere malen bezochten luitenants-opzichters van den C.
W. de Afdeelingen om ter plaatse inspectiën te houden.
In één woord meer voeling werd verkregen tusschen construc
teurs en gebruikers en een zorgvuldiger en meer doeltreifende
behandeling van het kostbare Materieel schijnt thans gewaarborgd.
Als hier nu binnenkort het nieuwe geschut zijn „blijde incomste"
doet, moge het ons Artilleristen alsdan volkomen voorbereid
vinden, het zoo waardig mogelijk te ontvangen en het niet bij
wijze van St. Nicolaas surprise behoeven te aanvaarden.