267 -
dat per garnizoen (gerekend is op 2 batterijen per garnizoen),
1 Sergeant-Majoor (de Mr. S. B.) en 1 Sergeant (of korpl.) (als
hulp S. B.) aanwezig is voor het doen der herstellingen.
Dit aantal smeden is gebleken voldoende te zijn, daar ook
in Holland er slechts 2 zijn per Afdeeling van 3 Batterijen a 6
stukken -f- 1 Lichte Munitiecolonne a 9 caissons.
Men zoude dus komen tot:
1 Mr. S. B. voor Batavia
2 id. Midden Java
1 C. W. te Soerabaja
1 Hulp S. B. voor Batavia
2 id. Midden Java (ook voor de Bergbatterijen)
1 id. Batoe Djadjar (Bergbatterij)
1 id. Soerabaja (Bergbatteij).
In totaal
4 Mr. S. Bs.
5 Hulp S. Bs.
D.
Zoo spoedig mogelijk worden de Luitenants voor het Mate
rieel bij de oefenbatterij klaargemaakt, d.w. z. de bedoeling is
om, evenals in Holland, per Divisie a 2 batterijen, één Luitenant
aan te wijzen met het speciaal toezicht op het Snelvuurmate-
rieel. Deze technische officier houdt elke 3 maanden eene al-
geheele en grondige inspectie over het Materieel, verstrekt den
S. Bs. hunne opdrachten, houdt de herstellingsboeken aan en
keurt de gedane herstellingen. Zij worden daartoe van enkele
diensten bij de Batterijen vrijgesteld. Als slot moge nog wor
den aangemerkt, dat het de bedoeling is, dat deze oefenbatterij,
ook na de algeheele omwapening, blijve bestaan en blijve dienen
voor het nemen van verdere proeven en het in opleiding ne
men van officieren en verder personeel. (Evenals de oefenbat
terij in Holland, een soort Schietschool dus voor de Bereden Ar
tillerie).
Het is derhalve een vereischte bij de voorloopige oefenbatterij
zooveel mogelijk personeel in te deelen, dat hierbij geruimen tijd,
laten we zeggen 3 jaren minstens, kan blijven dienen.
Zoo ergens toch in de Artillerie, dan is het m. i. zeer zeker
bij het Snelvuurmaterieel een vereischte steeds over een kern
I. M. T. 1910. 18