275 kunnen nagaan of deze de gebruikelijke brandsasbuizen, waar aanvooral in Indië verschillende gebreken kleven, met goed gevolg kunnen vervangen. De voorloopige proeven bij Krupp hebben verrassend goede spreidingsresultaten gegeven, terwijl de uurwerkbuizen opbewaringsproeven aldaar goed hebben doorstaan. II. Het kanon. a. Geschutmetaal en constructie. Het kanon is vervaardigd van het Krupp'sche nikkelhoudende kroezenstaal 1), waarvan door jarenlange ondervinding gebleken is, dat het voor kanonmetaal bijzonder geschikt is 2). Dit dankt het voornamelijk aan 'de gelijkmatigheid van het materiaal van verschillende gietingen, welke homogeniteit de firma Krupp verkrijgt door haar kostbaar „Tiegelgussverfahren" en door als grondstof slechts metaal van vooraf bepaalde chemische samen stelling, zorgvuldig voorbereid en geschift, te bezigen. Het kanon is „springveilig", waaronder verstaan moet wor den, dat een in de ziel springende brisant-granaat den vuurmond wel kan beschadigen of onbruikbaar maken (uitbuitingen, scheu ren), doch niet uit elkaar doet springen, zoodat dus gevaar voor de bedieningen of voor de nevenvuurmonden uitgesloten is 8). Het kanon bestaat uit een kern en een mantel mantelcon structiewelke laatste met klemming om de kern is gelegd. Om het kanon zijn drie ringen gekrompen, welke aan den 1) Dit staal moet bevatten: koolstof van 0.35 tot O 55 pCt. silioium hoogstens 0.45 pCt. mangaan O 45 phosphor 0.04 zwavel 0.05 koper 0.25 nikkel van 2.25 tot 3.75 pCt. 2) Gen. Rohne schrijft in de „Artilleristische Monatshefte" van October 1908: .Das Material (der Kruppsche Feldkanonen) ist so vorziiglich, dasz dadurch eine grosze „Lebensdauer der Rohre gewiihrleistet wirdbei einem Dauerversuch wurden 7 000 Sehusz "davon mehr als die Halfte mit einer V0 von 520 m, obwohl die normale Vonur 500 m, .betrug—, abgegeben, ohne dasz die Prïoision gelitten hatte; nur die Anfangsgeschwmdig- ,keit war nur ein Geringes herabgesetzt. 3) Zie Zeitschrilt iür das gesamte Schiess-und Sprengstofwesen i909 No. 4.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 287