276 onderkant met brons gevoerde klauwen hebben, waarmede het, bij den terug- en inloop langs de geleirichels van de wieg glijdt. Deze klauwen zijn, in tegenstelling van die aan de ka nonnen van andere mogendheden, ter weerszijden 1.5 cM. naar binnen gebracht om, bij de geringe spoorbreedte (1.27 M.), zoo veel mogelijk ruimte te winnen voor de aszitplaatsen. Aan de klauwen zijn stalen platen van geëigenden vorm be vestigd, welke de openingen tusschen kanon en wieg afsluiten, zoodat vervuiling en beschadiging van de geleirichels van de wieg zooveel mogelijk belet wordt. Het laadgat is conisch voor het gemakkelijk inbrengen van de patroon. Links van het laadgaat is het metaal van de kulas tot nagenoeg de geheele hoogte van het laadgat weggenomen, ten einde het laden te vergemakkelijken en klemming van de handen gedurende deze verrichting te voorkomen. Wordt het sluitstuk gesloten, vóórdat de lader de handen heeft teruggetrokken, dan worden deze door de zijwaartsche beweging van de sluitwig van zelf naar buiten gedrukt. b. De sluiting. De ziel wordt aan de achterzijde afgesloten door een hori zontale sluitwig D, welke aan de rechterzijde van het kanon in zijn ligplaats wordt gebracht en door middel van een kruk (Schubkurbel) met een sluitveer wordt vastgezet. Het sluitstuk is zoodanig ingericht, dat het sluiten en openen 1) Het eenige voordeel, dat de schroefsluiting thans nog heeft boven de sluitwig, is, dat, bij gelijke lengte en gelijk gewicht van het kanon, het getrokken gedeelte iets langer kan zijn. Dit voordeel is voor Veld-Artillerie van geen belang omdat men daarbij niet aan bepaalde lengte en een bepaald vuurmondgewicht is gebonden, zooals bij de Berg- Artillerie het geval is. Op de nadeelen van de schroefsluiting zal niet verder worden ingegaan; zjj, die er meer van wenschen te weten, en vooral de verklaarde voorstanders van schroefsluiting, zullen goed doen de interessante hoofdstukken ter zake te lezen in: Roskoten. Die heutige Feldartillerie (uitgave 1909). Korzen-Kühn. "Waffenlehre Heft lib (uitgave 1909). Artilleristiache Monatshefte 1*908 No 22 en 1909 No 35. Internationale Revue über die gesamten Armeen und Flotten. Somma ire des supple ments Janvier-Décembre 1907 Blz. 377. Revue Militaire Suisse 1908 No 10 en 11. Voor de verschillende ongevallen met schroefsluiting zie o.a. Art. Mon. 1907 No 8 blz. 179, Internationale Revue 1909 Beiheft 110 enz. enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 288