287 Men staat dus feitelijk geheel machteloos, tegen dezen vrijen Inlander, 't eenige middel is hem wegjagen en een ander exemplaar voor hem in de plaats nemen, ongelukkiger wijs zijn ze evenwel allemaal t zelfde. Dit is slechts een voorbeeld en wij allen Cavaleristen zouden er voor beelden bij kunnen voegen, dat Kromo ons tot zijn dupe maakt, zonder dat wij feitelijk in staat zijn hem tot de orde te roepen. Beschouwen wij de zaak eens van een andere kant. Onze paarden vertegenwoordigen een aardig duitje, samen zoo'n duizend gulden of meer, bovendien, ons paard is een deel van ons zelf, van ons paard hangt een groot deel van onze slagvaardigheid af, en vertrouwen wij aan ons paard ons leven toe. Men zou zoo denken dat een dergelijk hoogst kostbaar bezit de best denkbare oppassing zou genieten. Ja, ja, men zou zoo denken. De praktijk is, dat die oppassing geschiedt door een individu dat wij gerust paarden-beul bij uitnemendheid mogen noemen, een individu, dat zooveel zal stelen van 't arme beest z'n vreten als maar eenigszins mogelijk is en uit zich zelf juist zooveel zal doen aan de oppassing van de aan zijn zorg toevertrouwde dieren, dat hij niet weggejaagd wordt. Wij kunnen den paardenjongen in het garnizoen nu voor gezien houden, en gaan wij nu met het Escadron op meerdaagsche oefening. Watmoet er gebeuren met den paardenjongen Achter het Escadron aanhollen? Een Inlander loopt wel vlug, maar ik betwijfel toch of hij eenige dagen lang het tegen een paard opneemt. In Augustus 1908 ging het 2e Escadron op meerdaagsche oefening naar Mr.-Cornelis, bleef aldaar ongeveer drie weken en keerde toen weder terug naar Salatiga. Ten opzichte van den paardenjongen konden wij twee wegen inslaan, lo. Paardenjongen thuis laten. 2o. Paardenjongen voor eigen rekening naar Mr.-Cornelis laten komen. In beide gevallen een dure grap. Laat ik mijn paardenjongen thuis, dan werkt hij een beetje in den tuin, doet boodschapjes voor mevrouw en wrijft een beetje aan het achter gebleven harnachement, hij maakt het zich extra gemakkelijk, ja feitelijk heeft hij vacantie. Op 't eind van de maand krijgt hij evenwel 't zelfde loon, dat gaat nu eenmaal niet anders. De paarden moeten evenwel ook verzorgd worden,'t harnachement ge poetst enz. tijdens de meerdaagsche oefening, daarvoor wordt dan een cava lerist genomen. De man heeft evenwel zijn eigen paard en harnache ment ook al te verzorgen, zoodat de oppasing van dien cavalerist uit den aard der zaak zoo'n beetje met den franschen slag gaat. Mijn paarden jongen krijgt 0 40 'per dag, de cavalerist neemt nu de geheele ver zorging van paarden enz. op zich, dus krijgt ook voor eiken dag op meerdaagsche oefening f 0.40. Dat kan duur worden als t Escadron wat lang uitblijft. De paardenjongen naar Mr.-Cornelis laten reizen voor eigen rekening is ook niet goedkoop, temeer daar Kromo eiken dag f 0.25 toelagen moet hebben buiten 't garnizoen. Gaat een Escadron zoo voor korter of langer tijd naar een bepaalde plaats, dan is het nog mogelijk de paardenjongen daar voor eigen re kening te laten komen, bij een gewone meerdaagsche oefening wanneer 't Escadron eiken dag een ander bivak betrekt is't nagenoeg onmogelijk. Bij een te velde marcheerend Escadron is 't geheel en al onmogelijk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 299