298 berekening voor groote auto's 3000 300 10, dus een tiende van 800. (de kostprijs van een compleet stel banden) of f 80.en voor middel matige 4000 300 131/g, dus drie veertigste van f 600.(de kostprijs van een compleet stel banden) of f 45.Alleen de kleinste auto's met de kleinste goedkoopste banden zoude over 300 K M. onder dezelfde omstandigheden aan banden verslijten f 12.— Dat zijn echter wagen tjes, die de generale staf niet geschikt acht voor bet werk dat van hen verlangd wordt, hoewel juist die k eine, sterke wagentjes overal kunnen komen en veel minder aan banddefecten lijden. De wagens, die destaf verlangt, moeten volgens de voorwaarden minstens 4 personen kunnen vervoeren (het aantal P. K. is niet ingevuld) en met dien eisch voor oogen is het duidelijk dat f 20,voor slijtage der banden veel te gering is". Het wil ons voorkomen, dit de inzender een beetje overdrijft. Een prestatie van 300 K. M. p. dag is wel wat veel. Gedurende 6 uur ge middeld 50 K. M. zal niet worden geeischt Ons dunkt 100 K. M. per dag (gemiddeld) al veel. Ook neemt hij de levensduur van de banden wel wat kort. Andere deskundigen stellen die op 5 8000 K. M. Aangenaam is het onder de weinig opwekkende artikelen in het Al gemeen Sportblad" (zie Loc van 15 Feb.) een meer enthusiast schrijven te vinden. Het Alg. Sportblad, verklaart, dat de automobielbezitters in den Oost hoek over het plan- Yan Daalen heel wat minder materialistisch denken. „Dat onze autobezitters," zegt het blad „bij het lezen van den brief van generaal Van Daalen papier en potlood ter haud genomen en ge tracht hebban eene berekening te maken van de kosten, verbonden aan den dienst in tijd van oorlog, is niet meer dan natuurlijk. Doch dat hieruit de conclusie getrokken moet worden, dat de generaal met zijne denkbeelden geen succès zal hebben omdat de autobezitters vreezen bedrogen uit te komen is een absurde bewering. Immers naast de neiging om te rekenen bezit elke goedgeaarde Hollander ook nog andere goede eigenschappen. Eén daarvan is de liefde voor zijn vaderland, in dit geval de kolonie! „Uit een der ontvangen brieven zij het ons vergund de volgende pas sages woordelijk overtenemen „Ik stel mij persoonlijk op 't volgende standpunt: „Een ieder is verplicht naar beste weten en naar vermogen zijn land te dienen wanneer het in oorlogsgevaar is. Die verplichting moet men nakomen, hetzij uit eigen beweging (vaderlandsliefde) hetzij door dwang, die 't land krachtens wettelijke bepalingen of uit volkenrechtelijk oog punt zijnen ingezetenen kan opleggen. Zoo noodig legt 't land dus een voudig beslag op personen, have en goed der ingezetenen en heeft men eenvoudig niets te willen. „Dat men vreemdelingen er zoolang mogelijk buiten houdt, is be grijpelijk, maar onder bepaalde omstandigheden zouden ook zij daartoe gedwongen kunnen worden. „Dat 't land reeds in vredestijd, met 't oog op eventueel oorlogs ge vaar voor later maatregelen treft of bepalingen maakt, waardoor de weerbaarheid zou kunnen worden verhoogd, is vanzelf sprekend en ge tuigt van wijze voorzorg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1910 | | pagina 310